Template  Laboratory Specialty Section

Ieder Laboratoriumrapport MOET tenminste één Laboratory Specialty Section bevatten. Elke topsectie representeert een specialisme. Een laboratoriumrapport MAG zijn opgebouwd uit testresultaten van één specialisme (bijv. een microbiologierapport of een virologierapport), of uit een willekeurig aantal specialismes (een rapport van een multidisciplinair laboratorium). De structuur van het rapport staat beide vormen van verslag toe.
De Laboratory Specialty Sections gebruiken de LOINC codes gedefinieerd als rapportonderwerp identifier codes. Een laboratoriumrapport MOET één of meer van deze secties bevatten, ongeacht de volgorde waarin. Laboratory Specialty Sections MOGEN NIET genest worden.

• <templateId root="1.3.6.1.4.1.19376.1.3.3.2.1"/> - Het templateId element identificeert deze sectie als een Laboratory Specialty Section. Het templateId MOET aanwezig zijn met root="1.3.6.1.4.1.19376.1.3.3.2.1".
• <code code=" " codeSystem=" " codeSystemName=" " displayName=" "/> - De Laboratory Specialty Section MOET het LOINC laboratoriumspecialisme identificeren. De attributen code, codeSystem en displayName MOETEN aanwezig zijn. De codeSystemName MAG ook worden gebruikt.
• <title/> - De Laboratory Specialty Section <title> MAG aanwezig zijn. Het is de lokale vertaling van de code/@displayName.

De semantische inhoud van iedere specialismesectie is niet constant tussen landen. De relatie tussen Rapportitems en Specialismen varieert van land tot land, en KAN zelfs variëren binnen een land van zorgaanbieder tot zorgaanbieder. Een Rapportitem kan een battery (of testpanel) zijn, een individuele test, of het hele onderzoek op een specimen (vooral in het specialisme MICROBIOLOGY STUDIES). Realm extensies van dit profiel MOGEN deze definities verder inperken.
Een Laboratory Specialty Section MOET een lijst Laboratory Report Item Section(s) bevatte OF een text + entry element met de Rapportitems.

• Keuze 1: Laboratory Report Item Section - Met deze optie MOET deze Laboratory Specialty Section GEEN top level text en GEEN entry elementen bevatten. Ieder Rapportitem staat in een bijbehorend Laboratory Report Item Section die de Lab Report Data Processing Entry bevat. Zie 2.3.4.2.
• Keuze 2: Text en Entry - Met deze optie MOET de Laboratory Specialty Section text aanwezig zijn en niet leeg zijn. Dit narrative block MOET aan de menselijke lezer tonen, alle observaties geproduceerd voor dit specialisme, met de diverse structuren die in het CDA Narrative Block schema (NarrativeBlock.xsd) bestaan: tabellen, lijsten, paragrafen, hyperlinks, voetnoten, referenties naar ingevoegde multimedia-objecten. Het narrative block is volledig afgeleid van de entry daar onder met daarin de machine-leesbare vorm. Daarnaast, MOET één Laboratory Report Data Processing Entry bestaan met attribuut typeCode="DRIV". Deze entry bevat de machine-leesbare resultaatgegevens waar het narrative block van deze sectie van is afgeleid.

Als een Laboratoriumrapport meerdere Laboratoriumspecialismen bevat dan hoeven deze zich niet aan dezelfde presentatiewijze te confirmeren, dat wil zeggen, deze MOGEN een mix van keuze 1 en keuze 2 representaties bevatten tussen de verschillende laboratoriumspecialismen.

Id	Naam	Dataset
NL-CM-13.1.7	ResultaatType	nl.zorg.LaboratoriumUitslag 4.1

Gebruikt door	als	Naam	Versie
2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.42.10.3	Containment	BgZ2017 StructuredBody SDTC	2017‑10‑24 18:08:26
2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.42.10.2		BgZ2017 component SDTC	2017‑10‑24 18:07:08
2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.42.10.1		CDA Basisgegevensset Zorg 2017 (BgZ)	2017‑10‑24 18:05:40
Gebruikt	als	Naam	Versie
2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.25.10.54	Containment	Laboratory Report Item Section (2017)	2018‑06‑05 14:44:20
2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.25.10.53	Containment	Laboratory Report Data Processing Entry (2017)	2018‑06‑05 14:42:09