Het daadwerkelijke document. In HL7 kunnen documenten kunnen inline (binnen het bericht)
worden verstuurd of via een verwijzing (URI). Op dit moment kan in de context van
het bericht alleen inline worden verstuurd. Het HL7-datatype Encapsulated Data ondersteunt
veel mogelijkheden. Er mogen slechts enkele worden gebruikt:
@mediaType: er is in de BDS niet gedefinieerd welk type een document kan hebben. Een systeem
hoeft niet alle aangeboden structuren te ondersteunen. De zender moet met dit attribuut
de ontvanger wel altijd vertellen wat de structuur is na decodering/decompressie.
Hieronder volgen enkele veel gebruikte typen; overige mediatypen zijn te vinden via
http://www.iana.org/assignments/media-types/index.html
Platte tekst zonder opmaak: text/plain (tevens de standaardwaarde en mag daarom worden weggelaten)
Rich Text Formatting RTF: text/rtf
Character Separated Values CSV: text/csv
Hyper Text Markup Language HTML: text/html (let op links en afbeeldingen in zo'n document welke de ontvanger mogelijk niet kan
bereiken)
Microsoft Word-document (<2007) .doc: application/msword
Microsoft Word-document .docx: application/vnd.openxmlformats-officedocument.wordprocessingml.document
Graphical Interchange Format GIF: image/gif
Joint Motion Pictures Experts Group JPG: image/jpeg
Tag Image File Format TIFF (populair scanformaat): image/tiff
Standaardwaarde voor documenten waarvan het mime-type niet bekend is, maar waarvan
wel bekend is dat het niet een van de bovenstaande is: application/octet-stream. In dit geval komt er meer druk te liggen op de bestandsextensie in het element <reference/>.
@representation: 'TXT' als @mediaType='text/plain' (tevens de standaardwaarde en mag daarom worden
weggelaten) en @charset='utf-8'. 'B64' in alle andere gevallen
@compression: compressie. Documenten mogen allleen worden gecomprimeerd met behulp
van gzip conform RFC 1952. Dit attribuut bevat in dat geval de waarde 'GZ'. In andere
gevallen heeft dit attribuut geen waarde
@charset: tekstcodering. Platte inline tekst (@representation='TXT') moet UTF-8 zijn.
De meeste andere structuren voorzien op een eigen manier in een aanduiding voor de
juiste tekstcodering. Zie http://www.iana.org/assignments/character-sets voor overige mogelijkheden
@language: documenten worden verondersteld in het Nederlands ('nl-nl') te zijn. Gebruik
ISO-639 Alpha 2 taalcode met ISO 3166 Alpha 2 landcode, beide in kleine letters, voor
afwijkende talen. Voorbeelden:
Vlaams: nl-be
Belgisch Frans: fr-be
Duits Duits: de-de
V.K. Engels: en-gb
Amerikaans Engels: en-us
@integrityCheck: hash-string. Niet gebruiken
@integrityCheckAlgorithm: hash-stringalgoritme (SHA-1 of SHA-256). Niet gebruiken
text(): hier komt het document als platte tekst of Base64 string. Witruimte doet niet
terzake in de Base64 string. Ontvangende systemen worden geacht deze er eerst uit
te halen alvorens de string te decoderen.
reference: Bestandsnaam met URI-structuur 'file:///bestandsnaam.ext'
thumbnail: niet gebruiken
Classificatie
HL7v2/v3 datatype level template
Open/gesloten
Open (ook andere dan gedefinieerde elementen zijn toegestaan)
Bevat het bestandstype als mimetype, bijvoorbeeld application/pdf of "text/plain"
(standaardwaarde indien attribuut wordt weggelaten). Merk op dat voor onbepaalde (binaire) formaten het mime-type "application/octet-stream" wordt gebruikt
Bestandsnaam. Let op dat het datatype TEL in het attribuut @value een URL verwacht.
Een bestandsnaam moet daarom van de prefix "file:///" worden voorzien.