Het onderstaande voorbeeld geeft een batchAntwoord weer, dat vanaf het LSP het resultaat
van een verzameling bouwsteenspecifieke queries bundelt en oplevert. In dit geval
wordt het resultaat van 3 queries naar labuitslagen, 1 query naar algemene uitslagen,
1 query naar contactmomenten en 2 queries naar voorschriftenlijsten geretourneerd,
die elk als volledige interactie onder batchwrapper zijn opgenomen.
Deze identificatie is uniek en kan nooit nogmaals worden uitgedeeld, noch door dezelfde
applicatie, noch door een andere applicatie.
Schematron assert
role
error
test
@root and @extension
Melding
Transmission: id element mist root of extension
hl7:creationTime
TS.DATETIME.MIN
1 .. 1
M
Het tijdstip waarop het bericht is aangemaakt, dit is onafhankelijk van het tijdstip
waarop een bepaalde klinische of administratieve gebeurtenis de noodzaak tot het versturen
van het bericht deed ontstaan.
(batchAntwoord)
Constraint
creationTime moet minimaal op de seconde nauwkeurig zijn
not(@root='2.16.840.1.113883.1.6') or local-name(..)=@extension
Melding
Transmission: @extension moet overeenkomen met het startelement van het bericht
hl7:profileId
II
1 .. 1
M
Bericht-profile-id
(batchAntwoord)
@root
1 .. 1
F
2.16.840.1.113883.2.4.3.11.1
@extension
1 .. 1
F
810
Constraint
Indien de ontvanger constateert dat een interactie niet voldoet aan de eisen zoals
vastgelegd in de opgegeven (middels profileId) AORTA publicatierelease dan dient een
foutmelding aan de zender gestuurd te worden.
Constraint
De ontvanger dient antwoorden op de interactie op basis van dezelfde publicatierelease
op te stellen als de interactie waarop het een antwoord vormt.
hl7:referenceControlId
NP
(batchAntwoord)
hl7:name
NP
(batchAntwoord)
hl7:batchComment
NP
(batchAntwoord)
hl7:transmissionQuantity
INT
1 .. 1
M
Bevat het aantal berichten opgenomen in deze batch.
Berichtspecificatie. Dit element is verplicht gevuld en bevat het template ID waaraan
de payload van deze interactie voldoet. Deze moet gelijk zijn aan de waarde in de
query parameter <responseTemplateId>
uit de query waarop deze interactie een antwoord is.
Type rapportage. Dit element is verplicht gevuld en bevat als vaste waarde een code
uit het codesysteem LOINC, die aangeeft dat dit een set laboratoriumresultaten is
(het type rapportage).
Status van de rapportage. Dit element is verplicht gevuld met de vaste waarde “completed”,
ten teken dat deze rapportage afgeronde labbepalingen omvat.
Dit element is verplicht gevuld met het BSN van de patiënt waarop de rapportage betrekking
heeft.
Er is voor gekozen om verdere persoonsgegevens niet mee te geven.
hl7:component waar [hl7:observation [hl7:templateId [@root='2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.203']]]
0 .. *
R
Uitgevoerde onderzoeken. Dit element is optioneel en herhalend.
Elke herhaling bevat een afzonderlijke labuitslag. Het template daarvoor is 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.203.
De lijst met medicatievoorschriften die wordt gerapporteerd. Deze lijst zorgt ervoor
dat de patiënt slechts één keer hoeft te worden aangeduid (per lijst),
terwijl eronder een verzameling medicatievoorschriften van die patiënt opgenomen is.
Per <MedicationPrescriptionList> moet precies één patiënt worden doorgegeven. De
lijst
medicatievoorschriften kan ook leeg zijn en heeft geen maximale lengte. Elk medicatievoorschrift
wordt weergegeven met een substanceAdministration, beschreven in
template 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.204 Medicatievoorschrift.
Dit element is verplicht gevuld met het BSN van de patiënt waarop de medicatievoorschriftlijst
betrekking heeft.
Er is voor gekozen om verdere persoonsgegevens niet mee te geven.