hl7:Condition
|
|
0 … 1 |
|
|
(MedicalCondition) |
@classCode
|
|
0 … 1 |
F |
COND |
@determinerCode
|
|
0 … 1 |
F |
EVN |
@negationInd
|
|
1 … 1 |
F |
false |
|
Dit attribuut moet voorlopig worden gevuld met de vaste waarde ‘false’, ten teken
dat de conditie WEL aanwezig
is. Zolang negationInd nog niet wordt ondersteund en er dus geen condities kunnen worden
‘ontkend’, moeten zendende systemen
expliciet de waarde ‘false’ opnemen. Mocht er echter toch een conditie met negationInd
‘true’ binnen komen, dan moet een ontvangend
systeem deze negeren (d.w.z. niet aan de eindgebruiker tonen). Als negationInd ontbreekt,
moet dit worden geïnterpreteerd als ‘false’
(wel tonen).
|
hl7:id
|
II |
1 … 1 |
M |
Conditie identificatie: Unieke identificatie van de conditie, zoals deze is vastgesteld
door een bepaalde
zorgverlener. Hiermee wordt dus niet de aard van de overgevoeligheid aangeduid, maar
de ‘conditie’ (aspect van de toestand van een
specifieke patiënt) die in het systeem is vastgelegd. Dezelfde conditie (bijv. diabetes)
kan door verschillende zorgverleners worden
vastgesteld. Als verschillende zorgverleners in een gedistribueerd (al dan niet virtueel)
EPD een conditie uitwisselen, dan kunnen ze
allemaal gebruik maken van de id die de oorspronkelijke auteur heeft vastgelegd. Het
kan echter ook gebeuren dat andere zorgverleners
wezenlijke nieuwe informatie over de conditie vastleggen of deze zelfs zelfstandig
(her)bepalen. In dat geval zal hun systeem een nieuwe
id toekennen. Het is dus zonder meer mogelijk dat hetzelfde ziektebeeld of dezelfde overgevoeligheid
twee of meer keer wordt
vastgelegd door verschillende zorgverleners. Als zij deze onafhankelijk van elkaar
bepalen of informatie toevoegen aan elkaars
registratie, dan hoort bij elk van deze condities een ander id. Dit is nodig omdat
een conditie als object binnen HL7 meer is dan het
ziektebeeld of de overgevoeligheid zelf. Het gaat om de vaststelling van de conditie
door een zorgverlener, met alle relevante gegevens
die de betreffende zorgverlener registreert. Zorgverlener B kan niet zomaar de gegevens
rond een eerdere registratie van zorgverlener A
aanpassen, want A is eigenaar van de oorspronkelijke vaststelling van de conditie
en de versie van B moet dus worden vastgelegd met een
nieuwe id.
|
(MedicalCondition) |
@root
|
|
1 … 1 |
R |
|
@extension
|
|
1 … 1 |
R |
|
|
Constraint |
De waarde van id moet overeenkomen met de id van het object. |
hl7:code
|
CV |
1 … 1 |
M |
Conditietype
Verdere
informatie
|
(MedicalCondition) |
|
CONF |
|
hl7:text
|
ST |
0 … 1 |
|
Gebruiksnotities: De inhoud van de beschrijving wordt niet geacht deel te zijn van de functionele informatie
die
wordt gecommuniceerd tussen computersystemen. Voor informatiesystemen met menselijke
lezers en uitvoerenden echter is het verplicht deze
tekst in dit attribuut te tonen aan de verantwoordelijke voor de activiteit; of op
zijn minst erop te attenderen dat dit attribuut
bestaat en de gebruiker de mogelijkheid te bieden om de informatie in te zien. Alle informatie die relevant is voor
geautomatiseerde verwerking MOET worden gecommuniceerd met de daarvoor bestemde attributen
en geassocieerde objecten. Een gebruiker
MOET in staat zijn om alleen het attribuut text te lezen, zonder de gecodeerde informatie
zonder risico op verkeerde interpretatie of
volledig begrip van de volledige inhoud van de conditie. De attributen Condition.id.root
en Condition.code.codeSystem bijvoorbeeld, die
normaal niet bedoeld zijn voor weergave aan personen, worden daarmee niet meegenomen
in het attribuut Condition.text. De tekstuele
weergave moet alle onderliggende ActRelationships en Participations inclusief daaraan
verbonden klassen bevatten. Het attribuut text MAG
informatie bevatten die niet in andere attributen/associaties voorkomt, maar MOET
alle informatie bevatten uit bestaande
attributen/associaties. Het attribuut text MAG NIET worden gebruikt voor het delen van computerverwerkbare
informatie.
Computerverwerkbare informatie MOET worden uitgedrukt in onderscheidbare attributen.
Informatie in text die niet ook ergens anders tot
uitdrukking komt zal transparant zijn voor informatiesystemen. Om deze reden mag text
NIET worden gebruikt voor wijzigingen in de
semantiek van de informatie die in de overige attributen is gecodeerd.
|
(MedicalCondition) |
hl7:statusCode
|
CS |
0 … 1 |
R |
Conditie status |
(MedicalCondition) |
|
Constraint |
Wanneer statusCode ontbreekt heeft deze de defaultwaarde "active" |
|
CONF |
|
hl7:effectiveTime
|
IVL_TS |
0 … 1 |
|
Geldigheids-termijn: Geeft aan in welke periode de betreffende conditie aanwezig was
bij de patiënt. Het kan
voorkomen dat deze informatie niet bekend of niet relevant is, of dat er te veel onzekerheid
over bestaat. Er geldt dan de richtlijn om
in ieder geval uit te wisselen wat er over de periode wél bekend is. Er is vanzelfsprekend een samenhang tussen de attributen
statusCode en effectiveTime. In de meeste gevallen betekent een einddatum bij de effectiveTime
dat de betreffende conditie niet meer
aanwezig is en dus de statusCode “completed” (of in ieder geval geen “active”) heeft.
Toch is het mogelijk om een einddatum te hebben
bij een “active” statusCode, maar deze datum heeft dan de betekenis van geplande,
verwachte of beoogde einddatum. In de context van
condities is dit alleen van toepassing op situaties met een planmatig verloop, zoals
een zwangerschap. Het kan belangrijk zijn om deze
‘verwachte bevallingsdatum’ uit te wisselen, omdat het betekent dat de conditielijst
ook (zonder expliciete update) na de bevalling
bruikbaar blijft (met inachtneming van de onzekerheid over de feitelijke bevallingsdatum). Merk op dat het attribuut effectiveTime
betrekking heeft op feitelijke aanwezigheid van de conditie en niet het moment waarop
deze informatie bekend werd. Als 10 november
(bijvoorbeeld tijdens een consult) wordt vastgelegd dat een patiënt last heeft van
een lactose-intolerantie, dan moet 10 november niet
automatisch als begindatum van de conditie worden vastgelegd (aangezien deze naar
alle waarschijnlijkheid al veel langer bestaat). Als
de informatiebron (bijvoorbeeld de patiënt zelf) er iets zinnigs over kan zeggen,
dan kan bijvoorbeeld worden vastgelegd dat de conditie
minstens sinds 1980 bestaat, maar anders kan de begindatum ook gewoon leeg blijven.
|
(MedicalCondition) |
hl7:confidentialityCode
|
CV |
0 … * |
NP |
Vertrouwelijkheidsaanduiding. Niet gebruiken. |
(MedicalCondition) |
hl7:uncertaintyCode
|
CV |
1 … 1 |
R |
Onzekerheids-aanduiding Dit element moet voorlopig worden gevuld met de vaste waarde
‘N, ten teken dat er geen
uitspraak wordt gedaan over de mate van onzekerheid.
|
(MedicalCondition) |
@code
|
|
1 … 1 |
F |
N |
@codeSystem
|
|
1 … 1 |
F |
2.16.840.1.113883.5.1053 (ActUncertainty) |
hl7:value
|
CE |
1 … 1 |
R |
Diagnoseclassificatie en codering Geeft aan om welke conditie het gaat. Bij overgevoeligheden wordt een
@nullFlavor gebruikt, in andere gevallen één code uit TH040 (OID 2.16.840.1.113883.2.4.4.1.902.40)
en daarnaast is het mogelijk om meer
dan één conditieclassificatie door te geven door gebruik van het translation-element.
In plaats van een TH040 code mag er ook een
SHB-code worden meegezonden. Zie voor meer uitleg hier.
|
(MedicalCondition) |
|
Constraint |
Er is een @codesystem met de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.4.1.902.40” of een @nullFlavor
met de waarde ”OTH”.
Bij niet-overgevoeligheden moet dit laatste in combinatie met een <translation> element.
|
@codeSystem
|
|
1 … 1 |
F |
2.16.840.1.113883.2.4.4.1.902.40 (G-Standaard Tabel 40) |
hl7:translation
|
CE |
0 … 1 |
|
|
(MedicalCondition) |
hl7:subject
|
|
1 … 1 |
M |
Betreffende patiënt |
(MedicalCondition) |
@typeCode
|
|
0 … 1 |
F |
SBJ |
hl7:patient
|
|
1 … 1 |
M |
Bevat 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.800 PatientNL (DYNAMISCH)
|
(MedicalCondition) |
waar [not(@nullFlavor)] |
|
hl7:causativeAgent
|
|
0 … 1 |
|
Veroorzaker van overgevoeligheid Verband tussen een overgevoeligheid (als conditie) en de stof, groep stoffen of
het specifieke product waarvoor een overgevoeligheid bestaat: veroorzaker van overgevoeligheid.
Verplicht voor overgevoeligheden.
Verdere
informatie
Bevat 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.112 Causative Agent (DYNAMISCH)
|
(MedicalCondition) |
hl7:author
|
|
1 … 1 |
R |
Auteur. Persoon die conditie documenteert. Alleen wanneer bij historische condities de auteur niet
bekend is, mag de auteur leeg gelaten worden. Dit gebeurt door de assignedPerson/id
én de assignedPerson/assignee/assigneePerson/name
van een nullFlavor 'UNK' te voorzien.
Verdere informatie
|
(MedicalCondition) |
@typeCode
|
|
0 … 1 |
F |
AUT |
hl7:time
|
TS |
0 … 1 |
R |
Vaststellingsmoment. Geeft aan op welk moment de betreffende conditie door de betreffende
persoon werd
vastgesteld. Meestal het moment waarop de betreffende conditiegegevens in het systeem
zijn ingevoerd. Strikt genomen gaat het om het
moment waarop de zorgverlener of patiënt de beslissing nam dat de betreffende conditie
(als ‘vlag’) op de patiënt van toepassing
is.
|
(MedicalCondition) |
Keuze |
1 … * |
|
Koppeling van een vastgestelde conditie aan een dossiervormende zorgverlener of een
patiënt die bijv. via een
zelfzorgdossier het eigen dossier opbouwt (of een voorzet geeft voor een artsdossier).
Elementen om uit te kiezen:
- hl7:assignedPerson
- hl7:patient
|
hl7:assignedPerson
|
|
0 … 1 |
R |
|
(MedicalCondition) |
Inclusie |
|
|
van 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.810 AssignedPerson (2013‑05‑21) Zorgverlener. Verplicht wanneer de conditie wordt vastgelegd door de zorgverlener;bevat
de identificatie
van de zorgverlener
|
hl7:id
|
II |
1 … * |
R |
|
(MedicalCondition) |
hl7:id
|
II.NL.UZI |
0 … 1 |
R |
|
(MedicalCondition) |
@root
|
|
1 … 1 |
F |
2.16.528.1.1007.3.1 |
hl7:id
|
II.NL.AGB |
0 … 1 |
|
|
(MedicalCondition) |
@root
|
|
1 … 1 |
F |
2.16.840.1.113883.2.4.6.1 |
hl7:code
|
CE |
0 … 1 |
|
|
(MedicalCondition) |
@codeSystemName
|
|
1 … 1 |
F |
RoleCode |
hl7:addr
|
AD |
0 … * |
|
|
(MedicalCondition) |
hl7:telecom
|
TEL |
0 … * |
|
|
(MedicalCondition) |
hl7:effectiveTime
|
|
0 … 1 |
|
|
(MedicalCondition) |
hl7:certificateText
|
ED |
0 … 1 |
|
|
(MedicalCondition) |
hl7:assignee
|
|
0 … 1 |
|
|
(MedicalCondition) |
hl7:assigneePerson
|
|
0 … 1 |
|
Persoonsgegevens |
(MedicalCondition) |
@classCode
|
|
0 … 1 |
F |
PSN |
@determinerCode
|
|
0 … 1 |
F |
INSTANCE |
hl7:name
|
PN |
0 … * |
R |
Naam |
(MedicalCondition) |
hl7:representedOrganization
|
|
0 … 1 |
|
Bevat de organisatiegegevens van de persoon |
(MedicalCondition) |
@classCode
|
|
1 … 1 |
F |
ORG |
@determinerCode
|
|
1 … 1 |
F |
INSTANCE |
hl7:id
|
II.NL.URA |
1 … * |
M |
|
(MedicalCondition) |
@root
|
|
1 … 1 |
F |
2.16.528.1.1007.3.3 |
hl7:code
|
CE |
0 … 1 |
|
|
(MedicalCondition) |
hl7:name
|
ON |
0 … * |
|
|
(MedicalCondition) |
hl7:addr
|
AD |
0 … * |
|
|
(MedicalCondition) |
hl7:patient
|
|
0 … 1 |
R |
Patient. Verplicht wanneer de conditie wordt vastgelegd door de patiënt zelf.
|
(MedicalCondition) |
@classCode
|
|
0 … 1 |
F |
PAT |
hl7:informant
|
|
0 … * |
|
Informant. Informatiebron voor conditie.
Verdere
informatie
|
(MedicalCondition) |
@typeCode
|
|
0 … 1 |
F |
INF |
Keuze |
1 … * |
|
Koppeling tussen de informatiebron(nen) waarop de betreffende zorgverlener zich baseert
bij het documenteren en
de conditie.
Elementen om uit te kiezen:
- hl7:assignedPerson
- hl7:patient
- hl7:responsibleParty
|
hl7:assignedPerson
|
|
0 … 1 |
R |
|
(MedicalCondition) |
Inclusie |
|
|
van 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.810 AssignedPerson (2013‑05‑21) Verplicht wanneer de conditie wordt verkregen van een andere zorgverlener (zijnde
niet de author); bevat de identificatie van de zorgverlener.
|
hl7:id
|
II |
1 … * |
R |
|
(MedicalCondition) |
hl7:id
|
II.NL.UZI |
0 … 1 |
R |
|
(MedicalCondition) |
@root
|
|
1 … 1 |
F |
2.16.528.1.1007.3.1 |
hl7:id
|
II.NL.AGB |
0 … 1 |
|
|
(MedicalCondition) |
@root
|
|
1 … 1 |
F |
2.16.840.1.113883.2.4.6.1 |
hl7:code
|
CE |
0 … 1 |
|
|
(MedicalCondition) |
@codeSystemName
|
|
1 … 1 |
F |
RoleCode |
hl7:addr
|
AD |
0 … * |
|
|
(MedicalCondition) |
hl7:telecom
|
TEL |
0 … * |
|
|
(MedicalCondition) |
hl7:effectiveTime
|
|
0 … 1 |
|
|
(MedicalCondition) |
hl7:certificateText
|
ED |
0 … 1 |
|
|
(MedicalCondition) |
hl7:assignee
|
|
0 … 1 |
|
|
(MedicalCondition) |
hl7:assigneePerson
|
|
0 … 1 |
|
Persoonsgegevens |
(MedicalCondition) |
@classCode
|
|
0 … 1 |
F |
PSN |
@determinerCode
|
|
0 … 1 |
F |
INSTANCE |
hl7:name
|
PN |
0 … * |
R |
Naam |
(MedicalCondition) |
hl7:representedOrganization
|
|
0 … 1 |
|
Bevat de organisatiegegevens van de persoon |
(MedicalCondition) |
@classCode
|
|
1 … 1 |
F |
ORG |
@determinerCode
|
|
1 … 1 |
F |
INSTANCE |
hl7:id
|
II.NL.URA |
1 … * |
M |
|
(MedicalCondition) |
@root
|
|
1 … 1 |
F |
2.16.528.1.1007.3.3 |
hl7:code
|
CE |
0 … 1 |
|
|
(MedicalCondition) |
hl7:name
|
ON |
0 … * |
|
|
(MedicalCondition) |
hl7:addr
|
AD |
0 … * |
|
|
(MedicalCondition) |
hl7:patient
|
|
0 … 1 |
R |
Patiënt. Verplicht wanneer de conditie wordt verkregen van de patiënt zelf, en de
patiënt geen author is.
|
(MedicalCondition) |
@classCode
|
|
0 … 1 |
F |
PAT |
hl7:responsibleParty
|
|
0 … 1 |
R |
Persoon. Verplicht wanneer de conditie wordt verkregen van een relatie (bijv. ouder
of familielid) van de patiënt. Zie R_ResponsibleParty [universal] in [HL7v3 IH Basis].
In de CMET R_ResponsibleParty, die hier gebruikt wordt voor informant, mogen in de
responsibleParty.code alle codes uit valueset PersonalRelationshipRoleType uit codesysteem
2.16.840.1.113883.5.111 worden gebruikt. De inhoud van het codesysteem met de te gebruiken
valueset is te vinden in de vocab van de meegeleverde XML-materialen.
|
(MedicalCondition) |
Inclusie |
|
|
van 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.813 ResponsiblePartyNL (DYNAMISCH)
|
@classCode
|
|
0 … 1 |
F |
AGNT |
hl7:id
|
II |
0 … * |
|
Contactpartij-identificatie(s) |
(MedicalCondition) |
hl7:code
|
CE |
0 … 1 |
|
Rolcode van de contactpartij |
(MedicalCondition) |
hl7:addr
|
AD |
0 … * |
|
Woon/verblijfadres(sen) |
(MedicalCondition) |
hl7:telecom
|
TEL |
0 … * |
|
Communicatieaanduiding(en) |
(MedicalCondition) |
hl7:statusCode
|
CS |
0 … * |
|
Status van de contactpartij |
(MedicalCondition) |
hl7:effectiveTime
|
IVL_TS |
0 … 1 |
|
Geldigheidsperiode van de contactpartij |
(MedicalCondition) |
Keuze |
1 … 1 |
|
Elementen om uit te kiezen:
|
hl7:agentOrganization
|
|
0 … 1 |
|
|
(MedicalCondition) |
@classCode
|
|
1 … 1 |
F |
ORG |
@determinerCode
|
|
1 … 1 |
F |
INSTANCE |
hl7:id
|
II |
1 … * |
M |
|
(MedicalCondition) |
hl7:code
|
CE |
0 … 1 |
|
|
(MedicalCondition) |
hl7:name
|
ON |
0 … * |
|
|
(MedicalCondition) |
hl7:addr
|
AD |
0 … * |
|
|
(MedicalCondition) |
hl7:agentPerson
|
|
0 … 1 |
|
Bevat 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.805 PersonNL (DYNAMISCH)
|
(MedicalCondition) |
Keuze |
0 … 1 |
|
Elementen om uit te kiezen:
|
hl7:representedOrganization
|
|
0 … 1 |
|
|
(MedicalCondition) |
@classCode
|
|
1 … 1 |
F |
ORG |
@determinerCode
|
|
1 … 1 |
F |
INSTANCE |
hl7:id
|
II |
1 … * |
M |
|
(MedicalCondition) |
hl7:code
|
CE |
0 … 1 |
|
|
(MedicalCondition) |
hl7:name
|
ON |
0 … * |
|
|
(MedicalCondition) |
hl7:addr
|
AD |
0 … * |
|
|
(MedicalCondition) |
hl7:representedPerson
|
|
0 … 1 |
|
Bevat 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.805 PersonNL (DYNAMISCH)
|
(MedicalCondition) |
hl7:support
|
|
0 … * |
NP |
Ondersteunende observaties. Niet gebruiken. |
(MedicalCondition) |
hl7:subjectOf1
|
|
0 … * |
NP |
Ernst van de conditie. Niet gebruiken |
(MedicalCondition) |
hl7:subjectOf2
|
|
0 … 1 |
|
Annotatie. Notities bij de conditie.
Verdere
informatie
|
(MedicalCondition) |
@typeCode
|
|
0 … 1 |
F |
SUBJ |
hl7:annotation
|
|
0 … * |
|
|
(MedicalCondition) |
@classCode
|
|
0 … 1 |
F |
ACT |
@moodCode
|
|
0 … 1 |
F |
EVN |
hl7:text
|
ST |
1 … 1 |
M |
Notities bij de conditie, gevuld met de annotatietekst. Deze kan iedere vorm aannemen
zolang het gaat om
platte tekst zonder opmaak.
|
(MedicalCondition) |
hl7:statusCode
|
CS |
1 … 1 |
M |
|
(MedicalCondition) |
@code
|
|
1 … 1 |
F |
completed |
hl7:author
|
|
1 … 1 |
M |
Auteur van de annotatie |
(MedicalCondition) |
@typeCode
|
|
0 … 1 |
F |
AUT |
hl7:time
|
TS |
0 … 1 |
|
Bevat het tijdstip waarop de annotatie door de betreffende auteur is toegevoegd. |
(MedicalCondition) |
hl7:assignedPerson
|
|
0 … 1 |
|
Zorgverlener die de annotatie heeft vastgelegd. |
(MedicalCondition) |
hl7:id
|
II |
1 … 1 |
M |
Identificatie van de zorgverlener die de annotatie heeft vastgelegd. |
(MedicalCondition) |
hl7:subjectOf4
|
|
0 … * |
NP |
Bijbehorende zorgvraag. Niet gebruiken. |
(MedicalCondition) |
hl7:predecessor
|
|
0 … * |
|
Relatie naar eerder vastgestelde conditie. |
(MedicalCondition) |
@typeCode
|
|
0 … 1 |
F |
SUCC |
hl7:conditionReference
|
|
0 … * |
|
Verwijzing naar eerder vastgelegde conditie. |
(MedicalCondition) |
@classCode
|
|
0 … 1 |
F |
COND |
@moodCode
|
|
0 … 1 |
F |
EVN |
hl7:id
|
II |
1 … 1 |
M |
Bevat de identificatie van de eerder vastgelegde conditie. |
(MedicalCondition) |
@root
|
|
1 … 1 |
R |
|
@extension
|
|
1 … 1 |
R |
|
|
Constraint |
@extension en @root bevatten een waarde zoals voorkomt in de id van een eerdere condition. |