@classCode
|
cs |
0 … 1 |
F |
ORG |
@determinerCode
|
cs |
0 … 1 |
F |
INSTANCE |
Keuze |
0 … * |
|
Elementen om uit te kiezen:
- cda:id[@root='2.16.528.1.1007.3.3']
- cda:id[@root='2.16.840.1.113883.2.4.6.1']
- cda:id[not(@root='2.16.840.1.113883.2.4.6.1') and not(@root='2.16.528.1.1007.3.3')]
|
cda:id
|
II.NL.URA |
0 … 1 |
R |
Zorgverlener URA. UZI register abonneenummer. |
(CDA…ple) |
|
waar [@root='2.16.528.1.1007.3.3'] |
|
|
@root
|
uid |
1 … 1 |
F |
2.16.528.1.1007.3.3 |
@extension
|
st |
1 … 1 |
R |
URA van de organisatie. |
|
|
Gekoppeld aan concepten:
|
|
Voorbeeld |
<id root="2.16.528.1.1007.3.3" extension="URAnummer"/> |
cda:id
|
II.NL.AGB |
0 … 1 |
|
VEKTIS AGB-Z. Dient ter identificatie van zorgverlenende organisatie |
(CDA…ple) |
|
waar [@root='2.16.840.1.113883.2.4.6.1'] |
|
|
@root
|
uid |
1 … 1 |
F |
2.16.840.1.113883.2.4.6.1 |
@extension
|
st |
1 … 1 |
R |
AGB van de organisatie. |
|
|
Gekoppeld aan concepten:
|
|
Voorbeeld |
<id root="2.16.840.1.113883.2.4.6.1" extension="AGB-nummer"/> |
cda:id
|
II |
0 … * |
|
Andere identificatie dan URA en AGB, bijvoorbeeld voor buitenlandse instellingen. |
(CDA…ple) |
|
waar [not(@root='2.16.840.1.113883.2.4.6.1') and not(@root='2.16.528.1.1007.3.3')] |
|
|
@root
|
uid |
1 … 1 |
R |
|
@extension
|
st |
0 … 1 |
|
|
|
|
Gekoppeld aan concepten:
|
|
Voorbeeld |
<id root="1.2.3.999" extension="UniekeID"/> |
hl7:name
|
ON |
1 … * |
R |
|
(CDA…ple) |
|
|
Gekoppeld aan concepten:
|
Inclusie |
|
|
van 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.9172 Telecom gegevens (2017‑05‑22 14:37:06)
|
hl7:telecom
|
TEL |
0 … * |
R |
Contactgegevens: telefoonnummer(s) |
(CDA…ple) |
waar [starts-with(@value,'tel:')] |
|
|
@use
|
set_cs |
0 … 1 |
|
De waarde van @use komt uit NummerSoortCodelijst |
|
CONF |
|
|
|
Gekoppeld aan concepten:
|
|
|
Gekoppeld aan concepten:
|
|
Voorbeeld |
<telecom use="HP" value="tel:+3170-1231234"/> |
|
Voorbeeld |
<telecom use="WP" value="tel:+31701233334"/> |
hl7:telecom
|
TEL |
0 … * |
R |
Contactgegevens: faxnummer(s) |
(CDA…ple) |
waar [starts-with(@value,'fax:')] |
|
|
@use
|
set_cs |
0 … 1 |
|
De waarde van @use komt uit NummerSoortCodelijst |
|
CONF |
|
|
Voorbeeld |
<telecom use="HP" value="fax:+3170-1231234"/> |
|
Voorbeeld |
<telecom use="HP" value="fax:+31701231234"/> |
hl7:telecom
|
TEL |
0 … * |
R |
Contactgegevens: E-mailadres(en) |
(CDA…ple) |
waar [starts-with(@value,'mailto:')] |
|
|
@use
|
set_cs |
0 … 1 |
|
De waarde van @use komt uit EmailSoortCodelijst |
|
CONF |
|
|
|
Gekoppeld aan concepten:
|
|
|
Gekoppeld aan concepten:
|
|
Voorbeeld |
<telecom use="HP" value="mailto:m.bakker@provider.nl"/> |
hl7:telecom
|
TEL |
0 … * |
|
|
(CDA…ple) |
Inclusie |
0 … * |
R |
van 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.101.10.2 Adres (2014‑11‑06)
|
hl7:addr
|
AD.NL |
0 … * |
R |
Adres. Het attribuut @use bevat het soort adres. Sommige elementen hebben datatype
SC. Merk op dat in datatype SC de text() node altijd verplicht is, ongeacht of er
wordt gecodeerd. Deze kan worden gelezen als de @displayName. Verder is belangrijk
op te merken dat gecodeerde adreselementen niet compatibel met CDA release 2 zijn
|
(CDA…ple) |
@use
|
set_cs |
0 … 1 |
|
De codes voor adrestype worden gedefinieerd door het HL7 domein PostalAddressUse,
aangegeven in het “use” attribuut van het element <addr> (zie voorbeelden). Als er
geen adrestype bekend is, kan dit attribuut worden weggelaten. Als een adres van meerdere
typen is, dan kan het attribuut @use meerdere adrestypen bevatten. Voorbeelden zijn
een “tijdelijk bezoekadres” (use=”PHYS TMP”), of een vertrouwelijk bezoek- en postadres
(use=”CONF PHYS PST”). Merk op dat de volgorde van de adrestypen er niet toe doet.
|
|
CONF |
|
|
|
Gekoppeld aan concepten:
|
|
|
Gekoppeld aan concepten:
|
Keuze |
0 … * |
|
Merk op dat de volgorde van de elementen de volgorde voor weergave bepaalt. Elementen om uit te kiezen:
- hl7:streetName
- hl7:houseNumber
- hl7:buildingNumberSuffix
- hl7:additionalLocator
- hl7:postalCode
- hl7:county
- hl7:city
- hl7:country
- hl7:delimiter
- hl7:unitID
|
hl7:streetName
|
ST |
0 … 1 |
R |
Straatnaam. Als het adres een postbusnummer is dan dient hier het woord “Postbus”
te staan. Als het adres een antwoordnummer is, dan dient hier het woord “Antwoordnummer”
te staan.
|
(CDA…ple) |
|
|
Gekoppeld aan concepten:
|
hl7:houseNumber
|
ST |
0 … 1 |
R |
Het element houseNumber moet het huisnummer bevatten. Het huisnummer kan niet-numerieke
gedeelten bevatten die het adres mede identificeren, bijv. "23a", maar alleen als
de bron deze niet gescheiden kan aanbieden. Huisletter dient indien mogelijk in het
element buildingNumberSuffix te worden doorgegeven. Gegevens zoals "to" (woonboten)
of "3 hoog achter" maken geen deel uit van dit attribuut. Dit type gegevens is elders
in het Adres datatype opgenomen.
|
(CDA…ple) |
|
|
Gekoppeld aan concepten:
|
hl7:buildingNumberSuffix
|
ST |
0 … 1 |
R |
Het element buildingNumberSuffix bevat, indien aanwezig, huisletter en/of huisnummertoevoeging.
Export
- Als er zowel een huisletter als een huisnummertoevoeging bekend is: de huisletter
komt eerst, dan een spatie en tenslotte de huisnummertoevoeging. Deze samengestelde
waarde wordt doorgegeven in de buildingNumberSuffix.
- Als er alleen een huisnummertoevoeging bekend is, wordt deze in de buildingNumberSuffix
doorgegeven.
- Als er alleen een huisletter bekend is, wordt deze in de buildingNumberSuffix doorgegeven.
Import
- Als de buildingNumberSuffix uit één karakter bestaat, dan wordt de waarde als huisletter
geïmporteerd.
- Als de buildingNumberSuffix uit meer dan één karakter bestaat en het tweede karakter
is geen spatie, dan wordt de waarde als huisnummertoevoeging geïmporteerd.
- Als de buildingNumberSuffix uit meer dan één karakter bestaat en het tweede karakter
is wel een spatie, dan wordt het gedeelte voor de spatie (het eerste karakter) als
huisletter geïmporteerd, en het gedeelte na de spatie (de rest) als huisnummertoevoeging.
|
(CDA…ple) |
|
|
Gekoppeld aan concepten:
|
hl7:additionalLocator
|
ST |
0 … 1 |
R |
Aanvullende locatie-aanduiding bij het postadres. Dit kan bijvoorbeeld een nummer
van een appartement, suite of verdieping zijn. In de Nederlandse situatie wordt dit
vaak gebruikt voor de verdieping, bijvoorbeeld ´III´ als het gaat om een woning op
3 hoog. Dit kan ook een aanduiding zijn die de relatie met een ander adres aangeeft
zoals ‘to’ (tegenover) of ‘by’ (bij). Als een woonark bijvoorbeeld tegenover nummer
14 ligt, dan wordt ‘14’ in houseNumber gezet en ‘to’ (tegenover) in additionalLocator.
|
(CDA…ple) |
|
CONF |
elementinhoud moet "to" zijn |
-of- |
elementinhoud moet "by" zijn |
|
|
|
Gekoppeld aan concepten:
|
hl7:postalCode
|
SC |
0 … 1 |
R |
Postcode van het adres. Indien dit een Nederlandse postcode is, dan is het formaat
'nnnn AA' (met spatie). Het is mogelijk om Nederlandse postcodes te coderen volgens
NEN5825 (OID 2.16.840.1.113883.2.4.4.15). Let op dat in dit codestelsel Nederlandse
postcodes zonder spaties worden gehanteerd.
|
(CDA…ple) |
@code
|
|
0 … 1 |
|
Gecodeerde postcode. Formaat Nederlandse postcodes volgens NEN5825 is 'nnnnAA' |
@codeSystem
|
|
0 … 1 |
|
Codesysteem voor gecodeerde postcodes. Voor Nederlandse postcodes is dit NEN5825 OID:
2.16.840.1.113883.2.4.4.15
|
|
|
Gekoppeld aan concepten:
|
hl7:county
|
SC |
0 … 1 |
R |
In Nederland wordt dit element gebruikt om de gemeente door te geven (in andere landen
kan een ander type administratieve eenheid binnen een staat/provincie gebruikt worden).
De gemeente kan, maar hoeft niet, overeen te komen met de stad. Sommige gemeenten,
bijvoorbeeld "Waterland", hebben een naam die geheel afwijkt van de steden die erin
gelegen zijn. In het HL7-berichtenverkeer wordt de gemeente in Nederland alleen gebruikt
in het kader van wettelijke identificatie van personen. Het datatype van county is
coded string (SC). Als de gemeente
gecodeerd wordt, dan dient GBA tabel 33 (OID 2.16.840.1.113883.2.4.6.14) gebruikt
te worden. Code 0000 zoals aanwezig in de GBA Tabel 33 mag onder geen enkele omstandigheid
voorkomen in een HL7 versie 3 bericht. Het equivalent van 0000 (onbekende gemeente)
in HL7 versie 3 is het niet opnemen van een code.
|
(CDA…ple) |
|
CONF |
|
|
|
Gekoppeld aan concepten:
|
hl7:city
|
ST |
0 … 1 |
R |
Het element city moet indien aanwezig de woonplaats/postadresplaats bevatten. |
(CDA…ple) |
|
|
Gekoppeld aan concepten:
|
hl7:country
|
SC |
0 … 1 |
C |
Het element country moet het land bevatten. Indien deze wordt gecodeerd, dan moet
worden gecodeerd volgens ISO 3166 Part 1, 2nd Edition, Alpha-2 code (1.0.3166.1.2.2)
of GBA tabel 34 (2.16.840.1.113883.2.4.4.16.34). De text() node is in datatype SC
altijd verplicht.
|
(CDA…ple) |
|
Constraint |
Het element mag altijd gevuld worden, maar is verplicht in buitenlandse adressen |
|
CONF |
|
|
|
Gekoppeld aan concepten:
|
hl7:delimiter
|
ST |
0 … * |
|
Begrenzers (delimiters) worden geprint zonder witte ruimte te vormen (framing). Wanneer
er geen waardecomponent wordt geleverd, verschijnt de begrenzer als een regelonderbreking
(line break).
|
(CDA…ple) |
hl7:unitID
|
ST |
0 … 1 |
|
Een geheel of gedeeltelijke beschrijving van de ligging van een object indien dit
niet kan worden aangegeven met de andere adresaanduidingen. NB: het Nederlandse datatype AD versie 1 heeft ook een element <desc/> wat in aanmerking
zou kunen komen voor dit type informatie, maar gebruik daarvan wordt niet geadviseerd
omdat dit gebruik met CDA zou schaden. In CDA zou het wel als extensie kunnen worden
gebruikt. Het internationale datatype AD voorziet niet in een element dat direct geschikt is voor Locatieomschrijving zoals hier bedoeld
en dit element moet dan ook als een vorm van misbruik van een niet-gebruikt veld worden
gezien.
|
(CDA…ple) |
hl7:useablePeriod
|
IVL_TS |
0 … 1 |
|
Het element useablePeriod duidt de periode aan waarin dit adres 'in gebruik'/geldig
is/was. De opties zijn:
- Er is geen useablePeriod element: het betreffende adres is in principe onbeperkt geldig.
- Er is een onder- en een bovengrens: het adres was geldig in de aangeduide periode.
- Er is alleen een ondergrens: het adres is geldig sinds de aangeduide datum.
- Er is alleen een bovengrens: het adres was geldig t/m de aangeduide datum.
|
(CDA…ple) |
|
Constraint |
In elke situatie waar één of meer adressen worden doorgegeven, moet minimaal het adres
worden aangeduid dat op het moment van verzenden geldig/actueel is. Vervallen adressen
kunnen dus alleen worden doorgegeven als het betreffende berichtelement herhalend
is (dus met cardinaliteit > 1). Adressen mogen ook in de toekomst geldig worden of
vervallen als bijvoorbeeld verhuizing reeds bekend is.
|