Terug naar index  <<  Terug naar templates

active Template  ControlAct Query Response MP Condities

Id 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.9039 Ingangsdatum 2015‑07‑07 10:18:59
Status active Actief Versielabel 6.12
Naam ControlActREPC_IN000024NL Weergavenaam ControlAct Query Response MP Condities
Omschrijving Dit is het template voor een query control act wrapper in een reagerend/opleverbericht.
Classificatie HL7v3 Control Act level template
Open/gesloten Open (ook andere dan gedefinieerde elementen zijn toegestaan)
Gebruikt door / Gebruikt
Gebruikt door 0 transacties en 1 template, Gebruikt 5 templates
Gebruikt door als Naam Versie
2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.12 Inclusie active Potentiëlecontraindicatieslijst (6.12) 2013‑08‑19
Gebruikt als Naam Versie
2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.102.10.519 Inclusie draft ControlAct AuthorOrPerformer Device 2012‑08‑01
2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.111 Inclusie active Medical Condition (6.12) 2013‑05‑25
2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.102.10.508 Containment draft DetectedIssueEvent 2012‑09‑01
2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.102.10.506 Inclusie draft Query Ack 2012‑09‑01
2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.102.10.102 Inclusie draft Generic ControlActProcess Checks 2014‑07‑15
Relatie Specialisatie: template 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.102.10.330 (2012‑08‑01)
Voorbeeld
Voorbeeld
<ControlActProcess moodCode="EVN">
  <code code="REPC_TE920000NL" codeSystem="2.16.840.1.113883.1.18"/>  <authorOrPerformer typeCode="AUT">
    <!-- Gemandateerde berichtverzender -->
  </authorOrPerformer>
  <subject>
    <!-- Payload -->
  </subject>
  <reasonOf>
    <!-- justifiedDetectedIssue -->
  </reasonOf>
  <queryAck>
    <!-- QueryAck -->
  </queryAck>
  <queryByParameter>
    <!-- QueryByParameter -->
  </queryByParameter>
</ControlActProcess>
Item DT Card Conf Omschrijving Label
hl7:ControlActProcess
0 … * (Condots4NL)
@moodCode
1 … 1 F EVN
hl7:code
CV 0 … 1 R Trigger Event (Condots4NL)
@codeSystem
CONF 0 … 1 F 2.16.840.1.113883.1.18 (TriggerEvent)
hl7:effectiveTime
TS 0 … 1 Datum en tijdstip (NB: geen interval) waarop de gebeurtenis die het bericht heeft doen ontstaan, plaatsvond. Dit tijdstip is mogelijkerwijs anders dan het tijdstip van het versturen van het bericht zoals opgenomen in de Transmission Wrapper. (Condots4NL)
Inclusie 1 … 1 M van 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.102.10.519 ControlAct AuthorOrPerformer Device (2012‑08‑01)
Resultaten van opleverberichten worden direct door het antwoordende systeem bepaald. Zie hiervoor het element AssignedDevice.
hl7:authorOrPerformer
1 … 1 M Bericht-zender. Systeem (Condots4NL)
@typeCode
cs 1 … 1 R
  CONF
De waarde van @typeCode moet komen uit waardelijst 2.16.840.1.113883.1.11.19080 x_ParticipationAuthorPerformer (2011‑07‑26)
hl7:participant
1 … 1 M (Condots4NL)
hl7:AssignedDevice
M Bevat 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.102.10.513 Assigned Device [universal] (2012‑09‑01) (Condots4NL)
treeblank treeblank treeblank waar [not(@nullFlavor)]
hl7:subject
0 … * R (Condots4NL)
@typeCode
cs 0 … 1 F SUBJ
@contextConductionInd
bl 0 … 1 F false
Inclusie 0 … 1 van 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.111 Medical Condition (2013‑05‑25)
hl7:Condition
0 … 1 (Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4700 final Overgevoeligheid final Medicatie v06.12
mp-dataelement612-6 final Conditie final Medicatie v06.12
@classCode
0 … 1 F COND
@determinerCode
0 … 1 F EVN
@negationInd
1 … 1 F false
  Dit attribuut moet voorlopig worden gevuld met de vaste waarde ‘false’, ten teken dat de conditie WEL aanwezig is.
Zolang negationInd nog niet wordt ondersteund en er dus geen condities kunnen worden ‘ontkend’, moeten zendende systemen expliciet de waarde ‘false’ opnemen. Mocht er echter toch een conditie met negationInd ‘true’ binnen komen, dan moet een ontvangend systeem deze negeren (d.w.z. niet aan de eindgebruiker tonen). Als negationInd ontbreekt, moet dit worden geïnterpreteerd als ‘false’ (wel tonen).
 
target
mp-dataelement612-4080 final Afwezigheid final Medicatie v06.12
hl7:id
II 1 … 1 M Conditie identificatie: Unieke identificatie van de conditie, zoals deze is vastgesteld door een bepaalde zorgverlener. Hiermee wordt dus niet de aard van de overgevoeligheid aangeduid, maar de ‘conditie’ (aspect van de toestand van een specifieke patiënt) die in het systeem is vastgelegd. Dezelfde conditie (bijv. diabetes) kan door verschillende zorgverleners worden vastgesteld. Als verschillende zorgverleners in een gedistribueerd (al dan niet virtueel) EPD een conditie uitwisselen, dan kunnen ze allemaal gebruik maken van de id die de oorspronkelijke auteur heeft vastgelegd. Het kan echter ook gebeuren dat andere zorgverleners wezenlijke nieuwe informatie over de conditie vastleggen of deze zelfs zelfstandig (her)bepalen. In dat geval zal hun systeem een nieuwe id toekennen.
Het is dus zonder meer mogelijk dat hetzelfde ziektebeeld of dezelfde overgevoeligheid twee of meer keer wordt vastgelegd door verschillende zorgverleners. Als zij deze onafhankelijk van elkaar bepalen of informatie toevoegen aan elkaars registratie, dan hoort bij elk van deze condities een ander id. Dit is nodig omdat een conditie als object binnen HL7 meer is dan het ziektebeeld of de overgevoeligheid zelf. Het gaat om de vaststelling van de conditie door een zorgverlener, met alle relevante gegevens die de betreffende zorgverlener registreert. Zorgverlener B kan niet zomaar de gegevens rond een eerdere registratie van zorgverlener A aanpassen, want A is eigenaar van de oorspronkelijke vaststelling van de conditie en de versie van B moet dus worden vastgelegd met een nieuwe id.
(Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4000 final Identificatie final Medicatie v06.12
@root
1 … 1 R
@extension
1 … 1 R
  Constraint De waarde van id moet overeenkomen met de id van het object.
hl7:code
CV 1 … 1 M Conditietype
Verdere informatie
(Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4020 final Type final Medicatie v06.12
  CONF
De waarde van @code moet komen uit waardelijst 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.11.12 Conditie type (DYNAMISCH)
hl7:text
ST 0 … 1 Gebruiksnotities:
De inhoud van de beschrijving wordt niet geacht deel te zijn van de functionele informatie die wordt gecommuniceerd tussen computersystemen. Voor informatiesystemen met menselijke lezers en uitvoerenden echter is het verplicht deze tekst in dit attribuut te tonen aan de verantwoordelijke voor de activiteit; of op zijn minst erop te attenderen dat dit attribuut bestaat en de gebruiker de mogelijkheid te bieden om de informatie in te zien.
Alle informatie die relevant is voor geautomatiseerde verwerking MOET worden gecommuniceerd met de daarvoor bestemde attributen en geassocieerde objecten.
Een gebruiker MOET in staat zijn om alleen het attribuut text te lezen, zonder de gecodeerde informatie zonder risico op verkeerde interpretatie of volledig begrip van de volledige inhoud van de conditie. De attributen Condition.id.root en Condition.code.codeSystem bijvoorbeeld, die normaal niet bedoeld zijn voor weergave aan personen, worden daarmee niet meegenomen in het attribuut Condition.text.
De tekstuele weergave moet alle onderliggende ActRelationships en Participations inclusief daaraan verbonden klassen bevatten. Het attribuut text MAG informatie bevatten die niet in andere attributen/associaties voorkomt, maar MOET alle informatie bevatten uit bestaande attributen/associaties.
Het attribuut text MAG NIET worden gebruikt voor het delen van computerverwerkbare informatie. Computerverwerkbare informatie MOET worden uitgedrukt in onderscheidbare attributen. Informatie in text die niet ook ergens anders tot uitdrukking komt zal transparant zijn voor informatiesystemen. Om deze reden mag text NIET worden gebruikt voor wijzigingen in de semantiek van de informatie die in de overige attributen is gecodeerd.
(Condots4NL)
hl7:statusCode
CS 0 … 1 R Conditie status (Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4060 final Status final Medicatie v06.12
  Constraint Wanneer statusCode ontbreekt heeft deze de defaultwaarde "active"
  CONF
De waarde van @code moet komen uit waardelijst 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.11.13 Conditie status code (DYNAMISCH)
hl7:effectiveTime
IVL_TS 0 … 1 Geldigheids-termijn: Geeft aan in welke periode de betreffende conditie aanwezig was bij de patiënt. Het kan voorkomen dat deze informatie niet bekend of niet relevant is, of dat er te veel onzekerheid over bestaat. Er geldt dan de richtlijn om in ieder geval uit te wisselen wat er over de periode wél bekend is.
Er is vanzelfsprekend een samenhang tussen de attributen statusCode en effectiveTime. In de meeste gevallen betekent een einddatum bij de effectiveTime dat de betreffende conditie niet meer aanwezig is en dus de statusCode “completed” (of in ieder geval geen “active”) heeft. Toch is het mogelijk om een einddatum te hebben bij een “active” statusCode, maar deze datum heeft dan de betekenis van geplande, verwachte of beoogde einddatum. In de context van condities is dit alleen van toepassing op situaties met een planmatig verloop, zoals een zwangerschap. Het kan belangrijk zijn om deze ‘verwachte bevallingsdatum’ uit te wisselen, omdat het betekent dat de conditielijst ook (zonder expliciete update) na de bevalling bruikbaar blijft (met inachtneming van de onzekerheid over de feitelijke bevallingsdatum).
Merk op dat het attribuut effectiveTime betrekking heeft op feitelijke aanwezigheid van de conditie en niet het moment waarop deze informatie bekend werd. Als 10 november (bijvoorbeeld tijdens een consult) wordt vastgelegd dat een patiënt last heeft van een lactose-intolerantie, dan moet 10 november niet automatisch als begindatum van de conditie worden vastgelegd (aangezien deze naar alle waarschijnlijkheid al veel langer bestaat). Als de informatiebron (bijvoorbeeld de patiënt zelf) er iets zinnigs over kan zeggen, dan kan bijvoorbeeld worden vastgelegd dat de conditie minstens sinds 1980 bestaat, maar anders kan de begindatum ook gewoon leeg blijven.
(Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4100 final Geldigheidstermijn final Medicatie v06.12
hl7:confidentialityCode
CV 0 … * NP Vertrouwelijkheidsaanduiding. Niet gebruiken. (Condots4NL)
hl7:uncertaintyCode
CV 1 … 1 R Onzekerheids-aanduiding Dit element moet voorlopig worden gevuld met de vaste waarde ‘N, ten teken dat er geen uitspraak wordt gedaan over de mate van onzekerheid. (Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4070 final Onzekerheidsaanduiding final Medicatie v06.12
@code
CONF 0 … 1 F N
@codeSystem
0 … 1 F 2.16.840.1.113883.5.1053 (ActUncertainty)
hl7:value
CE 1 … 1 R Diagnoseclassificatie en codering
Geeft aan om welke conditie het gaat. Bij overgevoeligheden wordt een @nullFlavor gebruikt, in andere gevallen één code uit TH040 (OID 2.16.840.1.113883.2.4.4.1.902.40) en daarnaast is het mogelijk om meer dan één conditieclassificatie door te geven door gebruik van het translation-element. In plaats van een TH040 code mag er ook een SHB-code worden meegezonden. Zie voor meer uitleg hier.
(Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4030 final Classificatie contraindicatie final Medicatie v06.12
  Constraint Er is een @codesystem met de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.4.1.902.40” of een @nullFlavor met de waarde ”OTH”. Bij niet-overgevoeligheden moet dit laatste in combinatie met een <translation> element.
@codeSystem
CONF 0 … 1 F 2.16.840.1.113883.2.4.4.1.902.40 (G-Standaard Tabel 40)
hl7:translation
CE 0 … 1 (Condots4NL)
hl7:subject
1 … 1 M Betreffende patiënt (Condots4NL)
@typeCode
0 … 1 F SBJ
hl7:patient
1 … 1 M Bevat 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.800 PatientNL (DYNAMISCH) (Condots4NL)
treeblank treeblank treeblank treeblank waar [hl7:statusCode [@code = 'active' or @nullFlavor]]
 
target
mp-dataelement612-2 final Patientgegevens final Medicatie v06.12
hl7:causativeAgent
0 … 1 Veroorzaker van overgevoeligheid
Verband tussen een overgevoeligheid (als conditie) en de stof, groep stoffen of het specifieke product waarvoor een overgevoeligheid bestaat: veroorzaker van overgevoeligheid. Verplicht voor overgevoeligheden.
Verdere informatie
Bevat 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.112 Causative Agent (DYNAMISCH)
(Condots4NL)
treeblank treeblank treeblank waar [hl7:administerableMaterial]
 
target
mp-dataelement612-4710 final Veroorzaker final Medicatie v06.12
hl7:author
1 … 1 R Auteur. Persoon die conditie documenteert.
Alleen wanneer bij historische condities de auteur niet bekend is, mag de auteur leeg gelaten worden. Dit gebeurt door de assignedPerson/id én de assignedPerson/assignee/assigneePerson/name van een nullFlavor 'UNK' te voorzien. Verdere informatie
(Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4500 final Auteur final Medicatie v06.12
@typeCode
0 … 1 F AUT
hl7:time
TS 0 … 1 R Vaststellingsmoment. Geeft aan op welk moment de betreffende conditie door de betreffende persoon werd vastgesteld. Meestal het moment waarop de betreffende conditiegegevens in het systeem zijn ingevoerd. Strikt genomen gaat het om het moment waarop de zorgverlener of patiënt de beslissing nam dat de betreffende conditie (als ‘vlag’) op de patiënt van toepassing is. (Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4050 final Vaststellingsmoment final Medicatie v06.12
Keuze 1 … *
Koppeling van een vastgestelde conditie aan een dossiervormende zorgverlener of een patiënt die bijv. via een zelfzorgdossier het eigen dossier opbouwt (of een voorzet geeft voor een artsdossier).
Elementen om uit te kiezen:
  • hl7:assignedPerson
  • hl7:patient
hl7:assignedPerson
0 … 1 R (Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4530 final Zorgverlener final Medicatie v06.12
mp-dataelement612-4520 final Auteur is zorgverlener final Medicatie v06.12
mp-dataelement612-4400 final Informant is zorgverlener final Medicatie v06.12
Inclusie van 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.810 AssignedPerson (2013‑05‑21)
Zorgverlener. Verplicht wanneer de conditie wordt vastgelegd door de zorgverlener;bevat de identificatie van de zorgverlener
hl7:id
II 1 … * R (Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4540 final Identificatie final Medicatie v06.12
hl7:id
II.NL.UZI 0 … 1 R (Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4540 final Identificatie final Medicatie v06.12
@root
1 … 1 F 2.16.528.1.1007.3.1
hl7:id
II.NL.AGB 0 … 1 (Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4540 final Identificatie final Medicatie v06.12
@root
1 … 1 F 2.16.840.1.113883.2.4.6.1
hl7:code
CE 0 … 1 (Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4650 final Zorgverlenerrol final Medicatie v06.12
@codeSystemName
CONF 0 … 1 F RoleCode
hl7:addr
AD 0 … * (Condots4NL)
hl7:telecom
TEL 0 … * (Condots4NL)
hl7:effectiveTime
0 … 1 (Condots4NL)
hl7:certificateText
ED 0 … 1 (Condots4NL)
hl7:assignee
0 … 1 (Condots4NL)
hl7:assigneePerson
0 … 1 Persoonsgegevens (Condots4NL)
@classCode
0 … 1 F PSN
@determinerCode
0 … 1 F INSTANCE
hl7:name
PN 0 … * R Naam (Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4550 final Naamgegevens final Medicatie v06.12
hl7:Organization
0 … 1 Bevat de organisatiegegevens van de persoon (Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4660 final Zorginstelling final Medicatie v06.12
@classCode
1 … 1 F ORG
@determinerCode
1 … 1 F INSTANCE
hl7:id
II.NL.URA 1 … * M (Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4670 final Identificatie final Medicatie v06.12
@root
1 … 1 F 2.16.528.1.1007.3.3
hl7:code
CE 0 … 1 (Condots4NL)
hl7:name
ON 0 … * (Condots4NL)
hl7:addr
AD 0 … * (Condots4NL)
hl7:patient
0 … 1 R Patient. Verplicht wanneer de conditie wordt vastgelegd door de patiënt zelf.
(Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4370 final Patient final Medicatie v06.12
mp-dataelement612-4510 final Patient final Medicatie v06.12
@classCode
0 … 1 F PAT
hl7:informant
0 … * Informant. Informatiebron voor conditie.
Verdere informatie
(Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4130 final Informant final Medicatie v06.12
@typeCode
0 … 1 F INF
Keuze 1 … *
Koppeling tussen de informatiebron(nen) waarop de betreffende zorgverlener zich baseert bij het documenteren en de conditie.
Elementen om uit te kiezen:
  • hl7:assignedPerson
  • hl7:patient
  • hl7:responsibleParty
hl7:assignedPerson
0 … 1 R (Condots4NL)
Inclusie van 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.810 AssignedPerson (2013‑05‑21)
Verplicht wanneer de conditie wordt verkregen van een andere zorgverlener (zijnde niet de author); bevat de identificatie van de zorgverlener.
hl7:id
II 1 … * R (Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4540 final Identificatie final Medicatie v06.12
hl7:id
II.NL.UZI 0 … 1 R (Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4540 final Identificatie final Medicatie v06.12
@root
1 … 1 F 2.16.528.1.1007.3.1
hl7:id
II.NL.AGB 0 … 1 (Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4540 final Identificatie final Medicatie v06.12
@root
1 … 1 F 2.16.840.1.113883.2.4.6.1
hl7:code
CE 0 … 1 (Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4650 final Zorgverlenerrol final Medicatie v06.12
@codeSystemName
CONF 0 … 1 F RoleCode
hl7:addr
AD 0 … * (Condots4NL)
hl7:telecom
TEL 0 … * (Condots4NL)
hl7:effectiveTime
0 … 1 (Condots4NL)
hl7:certificateText
ED 0 … 1 (Condots4NL)
hl7:assignee
0 … 1 (Condots4NL)
hl7:assigneePerson
0 … 1 Persoonsgegevens (Condots4NL)
@classCode
0 … 1 F PSN
@determinerCode
0 … 1 F INSTANCE
hl7:name
PN 0 … * R Naam (Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4550 final Naamgegevens final Medicatie v06.12
hl7:Organization
0 … 1 Bevat de organisatiegegevens van de persoon (Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4660 final Zorginstelling final Medicatie v06.12
@classCode
1 … 1 F ORG
@determinerCode
1 … 1 F INSTANCE
hl7:id
II.NL.URA 1 … * M (Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4670 final Identificatie final Medicatie v06.12
@root
1 … 1 F 2.16.528.1.1007.3.3
hl7:code
CE 0 … 1 (Condots4NL)
hl7:name
ON 0 … * (Condots4NL)
hl7:addr
AD 0 … * (Condots4NL)
hl7:patient
0 … 1 R Patiënt. Verplicht wanneer de conditie wordt verkregen van de patiënt zelf, en de patiënt geen author is.
(Condots4NL)
@classCode
0 … 1 F PAT
hl7:responsibleParty
0 … 1 R Persoon. Verplicht wanneer de conditie wordt verkregen van een relatie (bijv. ouder of familielid) van de patiënt. Zie R_ResponsibleParty [universal] in [HL7v3 IH Basis]. In de CMET R_ResponsibleParty, die hier gebruikt wordt voor informant, mogen in de responsibleParty.code alle codes uit valueset PersonalRelationshipRoleType uit codesysteem 2.16.840.1.113883.5.111 worden gebruikt. De inhoud van het codesysteem met de te gebruiken valueset is te vinden in de vocab van de meegeleverde XML-materialen.
(Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4140 final Persoon final Medicatie v06.12
Inclusie van 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.813 ResponsiblePartyNL (DYNAMISCH)
@classCode
0 … 1 F AGNT
hl7:id
II 0 … * Contactpartij-identificatie(s) (Condots4NL)
hl7:code
CE 0 … 1 Rolcode van de contactpartij (Condots4NL)
hl7:addr
AD 0 … * Woon/verblijfadres(sen) (Condots4NL)
hl7:telecom
TEL 0 … * Communicatieaanduiding(en) (Condots4NL)
hl7:statusCode
CS 0 … * Status van de contactpartij (Condots4NL)
hl7:effectiveTime
IVL_TS 0 … 1 Geldigheidsperiode van de contactpartij (Condots4NL)
Keuze 1 … 1 Elementen om uit te kiezen:
hl7:agentOrganization
0 … 1 (Condots4NL)
@classCode
1 … 1 F ORG
@determinerCode
1 … 1 F INSTANCE
hl7:id
II 1 … * M (Condots4NL)
hl7:code
CE 0 … 1 (Condots4NL)
hl7:name
ON 0 … * (Condots4NL)
hl7:addr
AD 0 … * (Condots4NL)
hl7:agentPerson
0 … 1 Bevat 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.805 PersonNL (DYNAMISCH) (Condots4NL)
Keuze 0 … 1 Elementen om uit te kiezen:
hl7:representedOrganization
0 … 1 (Condots4NL)
@classCode
1 … 1 F ORG
@determinerCode
1 … 1 F INSTANCE
hl7:id
II 1 … * M (Condots4NL)
hl7:code
CE 0 … 1 (Condots4NL)
hl7:name
ON 0 … * (Condots4NL)
hl7:addr
AD 0 … * (Condots4NL)
hl7:representedPerson
0 … 1 Bevat 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.805 PersonNL (DYNAMISCH) (Condots4NL)
hl7:support
0 … * NP Ondersteunende observaties. Niet gebruiken. (Condots4NL)
hl7:subjectOf1
0 … * NP Ernst van de conditie. Niet gebruiken (Condots4NL)
hl7:subjectOf2
0 … 1 Annotatie. Notities bij de conditie.
Verdere informatie
(Condots4NL)
@typeCode
0 … 1 F SUBJ
hl7:annotation
0 … * (Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4040 final Notitie final Medicatie v06.12
@classCode
0 … 1 F ACT
@moodCode
0 … 1 F EVN
hl7:text
ST 1 … 1 M Notities bij de conditie, gevuld met de annotatietekst. Deze kan iedere vorm aannemen zolang het gaat om platte tekst zonder opmaak. (Condots4NL)
hl7:statusCode
CS 1 … 1 M (Condots4NL)
@code
CONF 1 … 1 F completed
hl7:author
1 … 1 M Auteur van de annotatie (Condots4NL)
@typeCode
0 … 1 F AUT
hl7:time
TS 0 … 1 Bevat het tijdstip waarop de annotatie door de betreffende auteur is toegevoegd. (Condots4NL)
hl7:assignedPerson
0 … 1 Zorgverlener die de annotatie heeft vastgelegd. (Condots4NL)
hl7:id
II 1 … 1 M Identificatie van de zorgverlener die de annotatie heeft vastgelegd. (Condots4NL)
hl7:subjectOf4
0 … * NP Bijbehorende zorgvraag. Niet gebruiken. (Condots4NL)
hl7:predecessor
0 … * Relatie naar eerder vastgestelde conditie. (Condots4NL)
@typeCode
0 … 1 F SUCC
hl7:conditionReference
0 … * Verwijzing naar eerder vastgelegde conditie. (Condots4NL)
 
target
mp-dataelement612-4090 final Referentie final Medicatie v06.12
@classCode
0 … 1 F COND
@moodCode
0 … 1 F EVN
hl7:id
II 1 … 1 M Bevat de identificatie van de eerder vastgelegde conditie. (Condots4NL)
@root
1 … 1 R
@extension
1 … 1 R
  Constraint @extension en @root bevatten een waarde zoals voorkomt in de id van een eerdere condition.
hl7:reasonOf
0 … * R (Condots4NL)
@typeCode
cs 0 … 1 F RSON
@contextConductionInd
bl 0 … 1  
hl7:justifiedDetectedIssue
1 … 1 R Bevat 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.102.10.508 DetectedIssueEvent (2012‑09‑01) (Condots4NL)
Inclusie 0 … * van 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.102.10.506 Query Ack (2012‑09‑01)
hl7:queryAck
0 … * R Bevat de metakenmerken van een antwoord op een opvraagbericht (Condots4NL)
hl7:queryId
II 1 … 1 M Bevat de unieke identificatie van de vraag. De waarde van dit attribuut is gelijk aan de waarde van QueryByParameter/queryId uit de vraag De aanvrager kan hierdoor de antwoordberichten relateren aan de vraag. (Condots4NL)
hl7:statusCode
CS 0 … 1 R Bevat de (nieuwe) status van de query. De te gebruiken waarden in dit attribuut zijn gedefinieerd in de waardelijst QueryStatusCode. (Condots4NL)
  Constraint

@code moet, indien aanwezig, de waarde "aborted" bevatten als de antwoordinteractie het antwoord vormt op een verzoek om de vraagsessie af te breken.

@code moet, indien aanwezig, de waarde "deliveredResponse" bevatten in alle andere gevallen.

  CONF
@code moet "aborted" zijn
of
@code moet "deliveredResponse" zijn
hl7:queryResponseCode
CS 1 … 1 M Bevat een statusmelding betreffende het antwoord. Waarden zijn "OK" (Data found), "NF" (Nothing found, No errors), "AE" (Applicatie probleem, beantwoording afgebroken) en "QE" (Query Parameter Error, beantwoording afgebroken). De te gebruiken waarden zijn gedefinieerd in de QueryResponse vocabulaire. Indien er geen zoekresultaten bij een vraag opgeleverd kunnen worden, omdat bijvoorbeeld de in de vraag geleverde parameters niet tot een zoekresultaat leiden, dan bevat het antwoordbericht nul opgeleverde antwoorden en het queryResponseCode de waarde "NF". Het vinden van nul antwoorden is op zichzelf geen fout, Acknowledgement/@typeCode bevat om die reden "AA" indien queryResponseCode/@code "NF" is. (Condots4NL)
  Constraint

@code moet "OK" bevatten als de resultaten op basis van de vraag geheel of gedeeltelijk worden opgeleverd

@code moet "NF" bevatten als op basis van de opgegeven filterparameters geen resultaten konden worden gevonden, maar verder ook geen fouten zijn opgetreden.

@code moet "QE" bevatten als er problemen zijn met de verwerking van de filterparameters, zoals zoeken op UZI-nummer in een parameter welke bedoeld is voor zoeken op UZI-registerabonneenummmers, zoeken op gegevenssoort met een parameter die bedoeld is voor rolcode, of zoeken in een periode die ligt buiten een gespecificeerd bereik. Er zijn in dit geval geen resultaten en de vraagsessie is afgebroken.

@code moet "AE" bevatten als er applicatieproblemen zijn opgetreden. Er zijn in dit geval geen resultaten en de vraagsessie is afgebroken.

  CONF
De waarde van @code moet komen uit waardelijst 2.16.840.1.113883.1.11.208 QueryResponse (2011‑07‑26)
  Variabele let Naam acknowledgementTypeCode  
  Waarde ../../../hl7:acknowledgement/@typeCode  
  Variabele let Naam resultCurrentQuantity  
  Waarde ../hl7:resultCurrentQuantity/@value  
  Schematron assert role red error  
  test not($acknowledgementTypeCode='AA') or @code=('NF','OK')  
  Melding Control Act: queryAck/queryResponseCode moet bij een positief antwoord 'OK' of 'NF' zijn  
  Schematron assert role red error  
  test not($acknowledgementTypeCode='AA' and @code=('AE','QE'))  
  Melding Control Act: queryAck/queryResponseCode moet bij een negatief antwoord 'AE' of 'QE' zijn  
  Schematron assert role red error  
  test not(@code='OK') or ($acknowledgementTypeCode='AA' and $resultCurrentQuantity > 0)  
  Melding Control Act: queryAck/queryResponseCode moet 'OK' bevatten indien er op basis van de queryParameters resultaten gevonden konden worden (resultCurrentQuantity/@value='<value-of select="$resultCurrentQuantity"/>') en de query valide is (acknowledgement/@typeCode='<value-of select="$acknowledgementTypeCode"/>')  
  Schematron assert role red error  
  test not(@code='NF') or ($acknowledgementTypeCode='AA' and $resultCurrentQuantity = 0)  
  Melding Control Act: queryAck/queryResponseCode moet 'NF' bevatten indien er op basis van de queryParameters geen resultaten gevonden konden worden (resultCurrentQuantity/@value='<value-of select="$resultCurrentQuantity"/>') en de query valide is (acknowledgement/@typeCode='<value-of select="$acknowledgementTypeCode"/>')  
hl7:resultTotalQuantity
INT.NONNEG 1 … 1 R Bevat de totale hoeveelheid zoekresultaten van nul of meer die geleverd (kunnen) worden als antwoord op de vraag.

Merk op dat een antwoordend systeem, ook in het geval van een ongedoseerde vraag de omvang van het antwoord kan beperken, bijvoorbeeld om resource-technische redenen. In dat geval moet de vraagsteller vervolgvragen sturen om alle antwoorden te verkrijgen.
Als een systeem geen vervolgvragen kan beantwoorden, moet een systeem omwille van de volledigheid alle gevraagde zoekresultaten in één keer opleveren.
Merk op dat het "doseermechanisme" op dit moment in AORTA niet gebruikt mag worden. Het element QueryByParameter/initialQuantity attribuut mag om die reden niet gebruikt worden. Opleverende systemen dienen alle zoekresultaten in één antwoordbericht op te leveren.

(Condots4NL)
@nullFlavor
cs 0 … 1 F NAV
  Constraint @value moet een waarde bevatten, of als de totale hoeveelheid zoekresultaten (nog) niet bekend is moet @nullFlavor de waarde "NAV" bevatten.
hl7:resultCurrentQuantity
INT.NONNEG 1 … 1 M Bevat de hoeveelheid zoekresultaten van nul of meer die opgenomen zijn in het huidige bericht. Een antwoordbericht kan meerdere antwoorden bevatten. Bevat de hoeveelheid antwoorden die opgenomen zijn in het huidige bericht. (Condots4NL)
  Constraint @value moet een waarde bevatten.
  Variabele let Naam resultCurrentQuantity  
  Waarde count(../../hl7:subject)  
  Schematron assert role red error  
  test @value=$resultCurrentQuantity  
  Melding Control Act: queryAck/resultCurrentQuantity '<value-of select="@value"/>' moet gelijk zijn aan het aantal subject elementen ('<value-of select="$resultCurrentQuantity"/>')  
hl7:resultRemainingQuantity
INT.NONNEG 1 … 1 R Bevat de hoeveelheid zoekresultaten die (nog) niet verstuurd zijn aan de aanvrager. De aanwezigheid van de @nullFlavor met waarde "NAV" mag niet worden geïnterpreteerd als "0".

Uitgaande van de oplevering van een reeks antwoordberichten zonder foutmeldingen:
In de reeks antwoordberichten (al dan niet gebundeld) dient resultTotalQuantity in alle berichten dezelfde waarde te bevatten en resultRemainingQuantity (in grootte zoals opgegeven in het resultCurrentQuantity element) af te nemen naar de waarde 0.
De elementen resultTotalQuantity en resultRemainingQuantity kunnen aan het begin van de reeks antwoordberichten worden gevuld met een null-waarde indien de waarden nog niet bekend zijn. Het laatste bericht in de reeks antwoordberichten mag echter geen null-waarden in deze elementen bevatten.

(Condots4NL)
@nullFlavor
cs 0 … 1 F NAV
  Constraint @value moet een waarde bevatten, of als de totale hoeveelheid zoekresultaten (nog) niet bekend is moet @nullFlavor de waarde "NAV" bevatten.
  Variabele let Naam resultTotalQuantity  
  Waarde ../hl7:resultTotalQuantity/@value  
  Schematron assert role red error  
  test not(@value and $resultTotalQuantity) or (number(@value) <= number($resultTotalQuantity))  
  Melding Control Act: queryAck/resultRemainingQuantity '<value-of select="@value"/>' moet kleiner dan of gelijk aan resultTotalQuantity '<value-of select="$resultTotalQuantity"/>' zijn  
Inclusie 0 … * van 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.102.10.102 Generic ControlActProcess Checks (2014‑07‑15)
  Variabele let Naam controlActProcess  
  Waarde .  
  Variabele let Naam authorEntity  
  Waarde $controlActProcess/hl7:authorOrPerformer//hl7:*[lower-case(local-name())=('assigneddevice','assignedperson')][1]  
  Variabele let Naam authorDevice  
  Waarde $authorEntity[lower-case(local-name())='assigneddevice']  
  Variabele let Naam authorPerson  
  Waarde $authorEntity[lower-case(local-name())='assignedperson']  
  Variabele let Naam overseerPerson  
  Waarde $controlActProcess/hl7:overseer//hl7:*[lower-case(local-name())=('assignedentity','assignedperson')][1]  
  Variabele let Naam authorPath  
  Waarde string-join($authorEntity/ancestor-or-self::*/name(),'/')  
  Variabele let Naam overseerPath  
  Waarde string-join($overseerPerson/ancestor-or-self::*/name(),'/')  
  Variabele let Naam senderApplicationId  
  Waarde $controlActProcess/../hl7:sender/hl7:device/hl7:id[@root='2.16.840.1.113883.2.4.6.6']/@extension  
  Variabele let Naam authorApplicationId  
  Waarde $authorDevice/hl7:id[@root='2.16.840.1.113883.2.4.6.6']/@extension  
  Variabele let Naam overseerOrgId  
  Waarde $overseerPerson/hl7:Organization/hl7:id  
  Variabele let Naam authorOrgId  
  Waarde $authorEntity/hl7:Organization/hl7:id  
  Variabele let Naam interactionId  
  Waarde $controlActProcess/../local-name()  
  Variabele let Naam interactionVocabFile  
  Waarde '../vocab/2.16.840.1.113883.1.6.xml'  
  Variabele let Naam interactionVocab  
  Waarde if (doc-available($interactionVocabFile)) then doc($interactionVocabFile) else ()  
  Variabele let Naam interactionTrustLevel  
  Waarde $interactionVocab/*/hl7:code[@code=$interactionId]/hl7:qualifier[@name='Vertrouwensniveau']/@value  
  Variabele let Naam interactionSendType  
  Waarde $interactionVocab/*/hl7:code[@code=$interactionId]/hl7:qualifier[@name='Verzendtype']/@value  
  Variabele let Naam interactionTriggerEventCode  
  Waarde $interactionVocab/*/hl7:code[@code=$interactionId]/hl7:reference/@extension  
  Variabele let Naam messageTriggerEventCode  
  Waarde $controlActProcess/hl7:code/@code  
  Schematron assert role orange warning  
  test $interactionVocab  
  Melding Control Act: <value-of select="$interactionVocabFile"/> niet gevonden. Controles gebaseerd op dit externe configuratiebestand zijn gedeactiveerd.  
  Schematron assert role red error  
  test not($controlActProcess/hl7:queryByParameter) or $controlActProcess[@moodCode='EVN']  
  Melding Control Act: <value-of select="local-name()"/>/@moodCode moet 'EVN' zijn bij queries  
  Schematron assert role red error  
  test not($interactionVocab) or not($messageTriggerEventCode) or $interactionTriggerEventCode=$messageTriggerEventCode  
  Melding Control Act: <value-of select="local-name()"/>/code (Trigger Event) moet bij deze interactie '<value-of select="$interactionTriggerEventCode"/>' zijn, gevonden is echter '<value-of select="$messageTriggerEventCode"/>'  
  Schematron assert role red error  
  test not($interactionVocab) or $authorPerson or not($interactionTrustLevel) or $interactionTrustLevel='Laag'  
  Melding Control Act: <value-of select="local-name()"/>/authorOrPerformer moet een persoon bevatten in berichten met vertrouwensniveau midden of hoog  
  Schematron assert role red error  
  test not($interactionVocab) or $overseerPerson or empty($interactionTrustLevel) or $interactionTrustLevel='Laag'  
  Melding Control Act: <value-of select="local-name()"/>/overseer moet de mandaterende persoon bevatten in berichten met vertrouwensniveau midden of hoog  
  Schematron assert role red error  
  test empty($senderApplicationId) or empty($authorApplicationId) or $senderApplicationId=$authorApplicationId or $senderApplicationId='1'  
  Melding Control Act: <value-of select="$authorPath"/>/id. Applicatie-id <value-of select="$authorApplicationId"/> komt niet overeen met Transmission-wrapper sender <value-of select="$senderApplicationId"/>.  
  Schematron assert role red error  
  test not($authorDevice/hl7:Organization/hl7:id[@root='2.16.528.1.1007.3.3']) or $authorDevice/hl7:id[@root='2.16.528.1.1007.3.2']  
  Melding Control Act: <value-of select="$authorPath"/>/id moet tenminste het UZI-nummer systemen bevatten voor een XIS in een GBZ  
  Schematron assert role red error  
  test not($authorDevice/hl7:id[@root='2.16.528.1.1007.3.2']) or $authorDevice/hl7:Organization/hl7:id[@root='2.16.528.1.1007.3.3' and @extension]  
  Melding Control Act: <value-of select="$authorPath"/>/id moet de zorgaanbieder van het XIS identificeren  
  Schematron assert role red error  
  test not($authorDevice) or $authorDevice/hl7:id[@root='2.16.840.1.113883.2.4.6.6'][@extension='1'] or $authorDevice/hl7:id[@root='2.16.528.1.1007.4'] or $authorDevice/hl7:Organization/hl7:id  
  Melding Control Act: <value-of select="$authorPath"/>/ moet een geïdentificeerde organisatie hebben, tenzij het de ZIM of het SBV-Z betreft.  
  Schematron assert role red error  
  test not($authorPerson/hl7:id[@root='2.16.840.1.113883.2.4.6.3']) or $authorPerson/hl7:code[@codeSystem='2.16.840.1.113883.2.4.3.11.8'][@code='P']  
  Melding Control Act: <value-of select="$authorPath"/>/code/@code moet "P" (Patiënt) zijn. Wettelijke vertegenwoordigers moet dit via het Klantenloket doen en kunnen dus niet als auteur optreden  
  Schematron assert role red error  
  test not($authorPerson/hl7:id[@root=('2.16.840.1.113883.2.4.3.11.7.3','2.16.528.1.1003.1.3.5.4.1')]) or $authorPerson/hl7:code[@codeSystem='2.16.840.1.113883.2.4.3.11.8'][@code='KLANTENLOKET']  
  Melding Control Act: <value-of select="$authorPath"/>/code/@code moet "KLANTENLOKET" zijn voor klantenloketmedewerkers  
  Schematron assert role orange warning  
  test not($authorPerson/hl7:id[@root='2.16.528.1.1007.3.1']) or $authorPerson/hl7:code[@codeSystem='2.16.840.1.113883.2.4.15.111']  
  Melding Control Act: <value-of select="$authorPath"/>/code ontbreekt. Dit is alleen toegestaan als de rolcode 00.000 is.  
  Schematron assert role red error  
  test not($authorPerson/hl7:id[@root='2.16.528.1.1007.3.1']) or $authorOrgId[@root='2.16.528.1.1007.3.3' and @extension]  
  Melding Control Act: <value-of select="$authorPath"/>/Organization/id moet de zorgaanbieder van de persoon identificeren  
  Schematron assert role red error  
  test not($authorPerson/hl7:id[@root='2.16.840.1.113883.2.4.6.3']) or $authorOrgId[@root='2.16.840.1.113883.2.4.3.11.25']  
  Melding Control Act: <value-of select="$authorPath"/>/Organization/id/@root moet '2.16.840.1.113883.2.4.3.11.25' bevatten  
  Schematron assert role red error  
  test not($authorPerson/hl7:id[@root=('2.16.840.1.113883.2.4.3.11','2.16.528.1.1003.1.3.5.4.1')]) or $authorOrgId[@root='2.16.840.1.113883.2.4.3.11'][@extension='7']  
  Melding Control Act: <value-of select="$authorPath"/>/Organization/id moet de Nictiz-klantenloket organisatie identificeren  
  Schematron assert role red error  
  test not($overseerPerson/hl7:Organization[not(hl7:name)]/hl7:id[@root='2.16.528.1.1007.3.3'])  
  Melding Control Act: <value-of select="$authorPath"/>/Organization/name moet de zorgaanbieder/organisatienaam bevatten  
  Schematron assert role red error  
  test not($overseerPerson/hl7:Organization[not(hl7:name)]/hl7:id[@root='2.16.840.1.113883.2.4.3.11' and @extension='7'])  
  Melding Control Act: <value-of select="$authorPath"/>/Organization/name moet de Nictiz-klantenloket organisatienaam bevatten  
  Schematron assert role red error  
  test not($overseerPerson) or $overseerPerson/hl7:code  
  Melding Control Act: <value-of select="$overseerPath"/>/code is verplicht  
  Schematron assert role red error  
  test not($overseerPerson/hl7:id[@root='2.16.840.1.113883.2.4.6.3']) or $overseerPerson/hl7:code[@codeSystem='2.16.840.1.113883.2.4.3.11.8'][@code='P'] or $overseerPerson/hl7:code[@codeSystem='2.16.840.1.113883.2.4.3.11.6']  
  Melding Control Act: <value-of select="$overseerPath"/>/code/@code moet "P" (Patiënt) zijn of een geldige waarde uit RoleCodeWettelijkeVertegenwoordigerNL  
  Schematron assert role red error  
  test not($overseerPerson/hl7:id[@root='2.16.528.1.1007.3.1']) or $overseerPerson/hl7:assignedPrincipalChoiceList/hl7:assignedPerson/hl7:name  
  Melding Control Act: <value-of select="$overseerPath"/>/assignedPrincipalChoiceList/assignedPerson/name is verplicht  
  Schematron assert role red error  
  test not($overseerPerson/hl7:id[@root='2.16.528.1.1007.3.1']) or $overseerPerson/hl7:Organization/hl7:id[@root='2.16.528.1.1007.3.3']  
  Melding Control Act: <value-of select="$overseerPath"/>/Organization/id moet de zorgaanbieder van de persoon identificeren  
  Schematron assert role red error  
  test not($overseerPerson/hl7:id[@root='2.16.528.1.1007.3.1']) or $overseerPerson/hl7:Organization/hl7:name  
  Melding Control Act: <value-of select="$overseerPath"/>//Organization/name moet de zorgaanbiedernaam bevatten  
  Schematron assert role red error  
  test not($overseerPerson/hl7:id[@root='2.16.528.1.1007.3.1']) or $overseerPerson/hl7:Organization/hl7:addr/hl7:city  
  Melding Control Act: <value-of select="$overseerPath"/>/Organization/addr moet tennminste de vestigingsplaats bevatten  
  Schematron assert role red error  
  test not($overseerOrgId) or $authorOrgId[@root=$overseerOrgId/@root][@extension=$overseerOrgId/@extension] or $authorEntity[lower-case(local-name())='assigneddevice']  
  Melding Control Act: <value-of select="$overseerPath"/>/Organization/id. Organisatie van de overseer (<value-of select="$overseerOrgId/@root"/>#<value-of select="$overseerOrgId/@extension"/>) moet gelijk zijn aan die van de authorOrPerformer (<value-of select="$authorOrgId/@extension"/>)