Het attribuut negationInd altijd opnemen. Alleen wanneer bekend is dat er géén chromosomale
afwijkingen zijn heeft deze de waarde 'true', anders 'false'. Indien weggelaten heeft de negationInd impliciet de waarde 'false'.
@nullFlavor
0 .. 1
Gebruik NI wanneer er geen informatie beschikbaar is over chromosomale afwijkingen.
Gebruik UNK wanneer het onbekend is of er chromosomale afwijkingen zijn (gebruiker
heeft gekozen voor 'onbekend').
<observationclassCode="OBS"moodCode="EVN"negationInd="false"> <codecode="74345006"codeSystem="2.16.840.1.113883.6.96"displayName="Congenital disorder due to abnormality of chromosome number OR structure (disorder)"/> </observation>
Voorbeeld
Géén chromosomale afwijking
<observationclassCode="OBS"moodCode="EVN"negationInd="true"> <codecode="74345006"codeSystem="2.16.840.1.113883.6.96"displayName="Congenital disorder due to abnormality of chromosome number OR structure (disorder)"/> </observation>
hl7:code
CE
1 .. 1
M
(Chromosomaleafwijkingen3)
@code
1 .. 1
F
74345006
@codeSystem
1 .. 1
F
2.16.840.1.113883.6.96 (Snomed)
Schematron assert
role
error
test
not(@nullFlavor and @negationInd)
Melding
Er moet ofwel een nullFlavor, ofwel een negationInd aanwezig zijn, maar niet beide.
Schematron assert
role
error
test
@nullFlavor or @negationInd='true' or not(../../hl7:outboundRelationship/hl7:observation[hl7:code/(@code='443341004'
and @codeSystem='2.16.840.1.113883.6.96')]/(@negationInd='true' or @nullFlavor))
Melding
Chromosomale afwijking(en) zijn alleen van toepassing wanneer er sprake is van congenitale
afwijkingen.