Het attribuut negationInd bij voorkeur altijd opnemen. Alleen wanneer bekend is dat
er géén congenitale afwijkingen zijn heeft deze de waarde 'true', anders 'false'.
Indien weggelaten heeft de negationInd impliciet de waarde 'false'.
@nullFlavor
0 .. 1
Gebruik NI wanneer er geen informatie beschikbaar is over congenitale afwijkingen.
Gebruik UNK wanneer het onbekend is of er congenitale afwijkingen zijn (gebruiker
heeft gekozen voor 'onbekend').
Alleen een waarde voor congenitale afwijking opnemen als er ook sprake is van een
congenitale afwijking.
Schematron assert
role
error
test
@negationInd='true' or @nullFlavor or hl7:value or ../../*/hl7:observation[hl7:code/(@code='74345006'
and @codeSystem='2.16.840.1.113883.6.96')]/hl7:value
Melding
Als er sprake is van congenitale afwijkingen, ook een waarde voor de congenitale óf
chromosomale afwijking opnemen.
Schematron assert
role
error
test
@negationInd='false' or (@negationInd='true' and not(exists(../../*/hl7:observation[hl7:code/(@code='443341004'
and @codeSystem='2.16.840.1.113883.6.96')][@negationInd='false'])))
Melding
Als er géén sprake is van congenitale afwijkingen, kan er niet tegelijkertijd tóch
een congenitale afwijking zijn.