Terug naar index  <<  Terug naar templates

active Template  PatientNL

Id 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.800
ref
mp-
Ingangsdatum 2013‑05‑21
Status active Actief Versielabel 6.12
Naam PatientNL Weergavenaam PatientNL
Open/gesloten Open (ook andere dan gedefinieerde elementen zijn toegestaan)
Gebruikt door / Gebruikt
Gebruikt door 1 transactie en 4 templates, Gebruikt 2 templates
Gebruikt door als Naam Versie
DVZA-VZVZ-transaction-3 Transactie draft Opleveren Medicatiegegevens 2019‑01‑18 11:43:16
2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.111 Containment active Medical Condition (6.12) 2013‑05‑25
2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.9039 link active ControlAct Query Response MP Condities (6.12) 2015‑07‑07 10:18:59
2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.12 link active Potentiëlecontraindicatieslijst (6.12) 2013‑08‑19
2.16.840.1.113883.2.4.3.111.3.22.10.2 link draft BatchWrapper Responding DVZA 2019‑01‑21 14:25:45
Gebruikt als Naam Versie
2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.101.10.2 Inclusie draft Adres 2014‑11‑06
2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.805 Containment active PersonNL (6.12) DYNAMISCH
Relatie Adaptatie: template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.18 PatientNL (2011‑12‑28)
ref
haz-
Item DT Card Conf Omschrijving Label
hl7:id
II.NL.BSN 1 … 1 M Patiënt-identificatie(s). Burgerservicenummer. Een BSN is N8..9 maar is in berichten altijd N9, eventueel via een voorloopnul. (PatdotstNL)
  Voorbeeld <id root="2.16.840.1.113883.2.4.6.3" extension="100010003"/>
Inclusie 0 … * van 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.101.10.2 Adres (2014‑11‑06)
Adres. Dit kan het officiële adres zijn zoals in de GBA en/of het adres zoals bekend in de instelling.
hl7:addr
AD.NL 0 … * Adres. Het attribuut @use bevat het soort adres. Sommige elementen hebben datatype SC. Merk op dat in datatype SC de text() node altijd verplicht is, ongeacht of er wordt gecodeerd. Deze kan worden gelezen als de @displayName. Verder is belangrijk op te merken dat gecodeerde adreselementen niet compatibel met CDA release 2 zijn (PatdotstNL)
@use
set_cs 0 … 1   De codes voor adrestype worden gedefinieerd door het HL7 domein PostalAddressUse, aangegeven in het “use” attribuut van het element <addr> (zie voorbeelden). Als er geen adrestype bekend is, kan dit attribuut worden weggelaten. Als een adres van meerdere typen is, dan kan het attribuut @use meerdere adrestypen bevatten. Voorbeelden zijn een “tijdelijk bezoekadres” (use=”PHYS TMP”), of een vertrouwelijk bezoek- en postadres (use=”CONF PHYS PST”). Merk op dat de volgorde van de adrestypen er niet toe doet.
  CONF
De waarde van @use moet komen uit waardelijst 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.101.11.23 (DYNAMISCH)
Keuze 0 … *
Merk op dat de volgorde van de elementen de volgorde voor weergave bepaalt.
Elementen om uit te kiezen:
  • hl7:streetName
  • hl7:houseNumber
  • hl7:buildingNumberSuffix
  • hl7:additionalLocator
  • hl7:postalCode
  • hl7:county
  • hl7:city
  • hl7:country
  • hl7:delimiter
  • hl7:unitID
hl7:streetName
ST 0 … 1 R Straatnaam. Als het adres een postbusnummer is dan dient hier het woord “Postbus” te staan. Als het adres een antwoordnummer is, dan dient hier het woord “Antwoordnummer” te staan. (PatdotstNL)
hl7:houseNumber
ST 0 … 1 R Het element houseNumber moet het huisnummer bevatten. Het huisnummer kan niet-numerieke gedeelten bevatten die het adres mede identificeren, bijv. "23a", maar alleen als de bron deze niet gescheiden kan aanbieden. Huisletter dient indien mogelijk in het element buildingNumberSuffix te worden doorgegeven. Gegevens zoals "to" (woonboten) of "3 hoog achter" maken geen deel uit van dit attribuut. Dit type gegevens is elders in het Adres datatype opgenomen. (PatdotstNL)
hl7:buildingNumberSuffix
ST 0 … 1 R Het element buildingNumberSuffix bevat, indien aanwezig, huisletter en/of huisnummertoevoeging.

Export

  • Als er zowel een huisletter als een huisnummertoevoeging bekend is: de huisletter komt eerst, dan een spatie en tenslotte de huisnummertoevoeging. Deze samengestelde waarde wordt doorgegeven in de buildingNumberSuffix.
  • Als er alleen een huisnummertoevoeging bekend is, wordt deze in de buildingNumberSuffix doorgegeven.
  • Als er alleen een huisletter bekend is, wordt deze in de buildingNumberSuffix doorgegeven.

Import

  • Als de buildingNumberSuffix uit één karakter bestaat, dan wordt de waarde als huisletter geïmporteerd.
  • Als de buildingNumberSuffix uit meer dan één karakter bestaat en het tweede karakter is geen spatie, dan wordt de waarde als huisnummertoevoeging geïmporteerd.
  • Als de buildingNumberSuffix uit meer dan één karakter bestaat en het tweede karakter is wel een spatie, dan wordt het gedeelte voor de spatie (het eerste karakter) als huisletter geïmporteerd, en het gedeelte na de spatie (de rest) als huisnummertoevoeging.
(PatdotstNL)
hl7:additionalLocator
ST 0 … 1 R Aanvullende locatie-aanduiding bij het postadres. Dit kan bijvoorbeeld een nummer van een appartement, suite of verdieping zijn. In de Nederlandse situatie wordt dit vaak gebruikt voor de verdieping, bijvoorbeeld ´III´ als het gaat om een woning op 3 hoog. Dit kan ook een aanduiding zijn die de relatie met een ander adres aangeeft zoals ‘to’ (tegenover) of ‘by’ (bij). Als een woonark bijvoorbeeld tegenover nummer 14 ligt, dan wordt ‘14’ in houseNumber gezet en ‘to’ (tegenover) in additionalLocator. (PatdotstNL)
  CONF
elementinhoud moet "to" zijn
-of-
elementinhoud moet "by" zijn
hl7:postalCode
SC 0 … 1 R Postcode van het adres. Indien dit een Nederlandse postcode is, dan is het formaat 'nnnn AA' (met spatie). Het is mogelijk om Nederlandse postcodes te coderen volgens NEN5825 (OID 2.16.840.1.113883.2.4.4.15). Let op dat in dit codestelsel Nederlandse postcodes zonder spaties worden gehanteerd. (PatdotstNL)
@code
0 … 1   Gecodeerde postcode. Formaat Nederlandse postcodes volgens NEN5825 is 'nnnnAA'
@codeSystem
0 … 1   Codesysteem voor gecodeerde postcodes. Voor Nederlandse postcodes is dit NEN5825 OID: 2.16.840.1.113883.2.4.4.15
hl7:county
SC 0 … 1 R In Nederland wordt dit element gebruikt om de gemeente door te geven (in andere landen kan een ander type administratieve eenheid binnen een staat/provincie gebruikt worden). De gemeente kan, maar hoeft niet, overeen te komen met de stad. Sommige gemeenten, bijvoorbeeld "Waterland", hebben een naam die geheel afwijkt van de steden die erin gelegen zijn. In het HL7-berichtenverkeer wordt de gemeente in Nederland alleen gebruikt in het kader van wettelijke identificatie van personen. Het datatype van county is coded string (SC). Als de gemeente gecodeerd wordt, dan dient GBA tabel 33 (OID 2.16.840.1.113883.2.4.6.14) gebruikt te worden. Code 0000 zoals aanwezig in de GBA Tabel 33 mag onder geen enkele omstandigheid voorkomen in een HL7 versie 3 bericht. Het equivalent van 0000 (onbekende gemeente) in HL7 versie 3 is het niet opnemen van een code. (PatdotstNL)
  Schematron assert role red error  
  test not(@codeSystem) or (@code and @codeSystem='2.16.840.1.113883.2.4.6.14')  
  Melding <name path=".."/>/<name/> MOET, indien deze gecodeerd wordt, worden gecodeerd volgens BRP-tabel 33  
hl7:city
ST 0 … 1 R Het element city moet indien aanwezig de woonplaats/postadresplaats bevatten. (PatdotstNL)
hl7:country
SC 0 … 1 C Het element country moet het land bevatten. Indien deze wordt gecodeerd, dan moet worden gecodeerd volgens ISO 3166 Part 1, 2nd Edition, Alpha-2 code (1.0.3166.1.2.2) of GBA tabel 34 (2.16.840.1.113883.2.4.4.16.34). De text() node is in datatype SC altijd verplicht. (PatdotstNL)
  Constraint Het element mag altijd gevuld worden, maar is verplicht in buitenlandse adressen
  Schematron assert role red error  
  test not(@codeSystem) or (@code and @codeSystem=('1.0.3166.1.2.2','2.16.840.1.113883.2.4.4.16.34'))  
  Melding <name path=".."/>/<name/> MOET, indien deze gecodeerd wordt, worden gecodeerd volgens BRP tabel 34 Landen  
hl7:delimiter
ST 0 … * Begrenzers (delimiters) worden geprint zonder witte ruimte te vormen (framing). Wanneer er geen waardecomponent wordt geleverd, verschijnt de begrenzer als een regelonderbreking (line break). (PatdotstNL)
hl7:unitID
ST 0 … 1 Een geheel of gedeeltelijke beschrijving van de ligging van een object indien dit niet kan worden aangegeven met de andere adresaanduidingen. NB: het Nederlandse datatype AD versie 1 heeft ook een element <desc/> wat in aanmerking zou kunen komen voor dit type informatie, maar gebruik daarvan wordt niet geadviseerd omdat dit gebruik met CDA zou schaden. In CDA zou het wel als extensie kunnen worden gebruikt. Het internationale datatype AD voorziet niet in een element dat direct geschikt is voor Locatieomschrijving zoals hier bedoeld en dit element moet dan ook als een vorm van misbruik van een niet-gebruikt veld worden gezien. (PatdotstNL)
hl7:useablePeriod
IVL_TS 0 … 1 Het element useablePeriod duidt de periode aan waarin dit adres 'in gebruik'/geldig is/was. De opties zijn:
  • Er is geen useablePeriod element: het betreffende adres is in principe onbeperkt geldig.
  • Er is een onder- en een bovengrens: het adres was geldig in de aangeduide periode.
  • Er is alleen een ondergrens: het adres is geldig sinds de aangeduide datum.
  • Er is alleen een bovengrens: het adres was geldig t/m de aangeduide datum.
(PatdotstNL)
  Constraint In elke situatie waar één of meer adressen worden doorgegeven, moet minimaal het adres worden aangeduid dat op het moment van verzenden geldig/actueel is. Vervallen adressen kunnen dus alleen worden doorgegeven als het betreffende berichtelement herhalend is (dus met cardinaliteit > 1). Adressen mogen ook in de toekomst geldig worden of vervallen als bijvoorbeeld verhuizing reeds bekend is.
hl7:telecom
TEL 0 … * Patiënttelecommunicatieadres(sen). Dit kan een telefoonnummer zijn van huis (@use='HP'), werk (@use='WP'), of mobiel (@use='MC'), of een e-mailadres. Het telefoonnummer moet als tel: URI (bijvoorbeeld zonder spaties) conform RFC 3966 worden opgenomen. Het e-mailadres moet als mailto: URI conform RFC 2368 worden opgenomen (PatdotstNL)
  Voorbeeld <telecom use="HP" value="tel:+31190531770"/>
  Voorbeeld <telecom use="HP" value="tel:+31-(0)190531770%20;isub=1%2023"/>
  Voorbeeld <telecom value="tel:41234567"/>
  Voorbeeld <telecom value="tel:01041234567"/>
  Voorbeeld <telecom value="mailto:xxx@domein.nl"/>
hl7:statusCode
CS 1 … 1 R Patiëntstatus. Deze is altijd actief 'active' (PatdotstNL)
@code
CONF 0 … 1 F active
hl7:effectiveTime
IVL_TS 0 … 1 (PatdotstNL)
hl7:confidentialityCode
CE 0 … 1 (PatdotstNL)
hl7:veryImportantPersonCode
CE 0 … 1 (PatdotstNL)
hl7:Person
1 … 1 R Bevat 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.10.805 PersonNL (DYNAMISCH) (PatdotstNL)
@classCode
0 … 1 F PSN
@determinerCode
0 … 1 F INSTANCE
hl7:Organization
0 … 1 Zorgaanbieder waarbij de persoon als patiënt bekend is (in het NL model wordt alleen het instellingsnummer gebruikt). (PatdotstNL)
hl7:id
II 0 … * R (PatdotstNL)