Deze CMET wordt gebruikt om waarschuwingen en fouten te identificeren die zijn gevonden
bij het trigger event dat voorafging aan een interactie, of zijn gevonden gedurende
het verwerken van het bericht. Het wordt gebruikt om de business-rules te identificeren
waarmee de subject Act strijdig is. Fouten en/of waarschuwingen met betrekking tot
routering, interne fouten, syntax (bijvoorbeeld met betrekking tot kardinaliteit)
en een beperkt aantal problemen gerelateerd aan codesystemen dienen in het Transmission
wrapper element AcknowledgementDetail te worden teruggegeven. Per keer dat deze CMET
wordt gebruikt, kan één waarschuwing/fout worden doorgegeven, waarbij de volgorde
van de klassen niet vastgelegd is; uit de volgorde mag geen prioriteit worden afgeleid.
In een initiële interactie wordt deze CMET gebruikt door de zender, om aan te geven
dat hij op de hoogte is van business-rule gerelateerde uitkomsten bij de verwerking
van de berichtinhoud door de
ontvanger. Hij anticipeert daarmee op deze uitkomsten en stelt tevens hoe de zender
denkt dat de ontvanger hiermee om zou moeten gaan. Of zulke omstandigheden kunnen
worden gebruikt door de zender en of en hoe een ontvanger hierop mag danwel moet reageren,
moet zijn gespecificeerd in een toepassing. Een voorbeeld van een gebruikscenario
waarin deze functionaliteit werd gespecificeerd is opvraging bij noodgeval. Op deze
wijze kon de zender de ontvanger vragen om toegang tot gegevens waar hij onder normale
omstandigheden niet bij zou kunnen. In een antwoordinteractie wordt deze CMET gebruikt
door de antwoordende partij om waarschuwingen en/of fouten door te geven welke zijn
opgetreden bij de verwerking van de interactie waarop wordt geantwoord. Een voorbeeld
is een actuele conditie bij een patiënt waardoor een gevraagde toediening niet kan
worden uitgevoerd. Toepassingen specificeren altijd de geldende verwerkingsregels
en op welke wijze bij problemen daarbij moet worden
gereageerd. Klassificatie/catogorisatie
Bij het definiëren van meldingen bij business-rules kan gebruik worden gemaakt van
onder andere deze methoden:
De melding wordt zo specifiek mogelijk gemaakt in justifiedDetectedIssueEvent/code.
De melding wordt onder een bepaalde categorie geplaatst in justifiedDetectedIssueEvent/code. De categorie komt uit de internationale waardenset ActDetectedIssueCode. De feitelijke
melding komt gecodeerd in in justifiedDetectedIssueEvent/value. Deze methode wordt gehanteerd bij meldingen in SBV-Z-specificaties.
Merk op dat de exacte eerste elementnaam afhangt van de wijze waarop het CMET wordt
gekoppeld. Voorkomende namen zijn onder andere "justifyingDetectedIssueEvent" en "justifiedDetectedIssueEvent".
Classificatie
HL7v3 Payload level template
Open/gesloten
Open (ook andere dan gedefinieerde elementen zijn toegestaan)
Afgeleide: model MCAI_RM900000 (DYNAMISCH) Afgeleide: model MCAI_MT900001 (DYNAMISCH)
Voorbeeld
Specifieke categorie in code
<justifiedDetectedIssue> <codecode="UNSUPPORTEDQUERYPARAMETER"codeSystem="2.16.840.1.113883.2.4.6.6.1.1000"displayName="Het queryparameter RoleType is niet geldig omdat het queryattribuut Code niet wordt
ondersteund."/></justifiedDetectedIssue>
Voorbeeld
Hoofdcategorie in code en specifieke subcategorie in value
<justifiedDetectedIssue> <codecode="INSPAR"codeSystem="2.16.840.1.113883.5.4"/><valuexsi:type="CE"code="BR02"codeSystem="2.16.528.1.1007.4.2.3"displayName="De ingevoerde waarde voor het veld BSN voldoet niet aan de 11-proef."/></justifiedDetectedIssue>