Vrijheidsbeperkende maatregelen zijn maatregelen (fysiek of verbaal) die gebruikt
worden om de betrokkene bewust in zijn/haar vrijheid te beperken. Onder deze definitie vallen vele vormen van vrijheidsbeperking, zoals (niet uitputtend)
dwangbehandeling (bijv. gedwongen medicatie)
beperking in bewegingsvrijheid (bv. bedhekken volledig omhoog, tafelblad aan stoel)
fixatie (bijvoorbeeld armspalk ter voorkoming dat infuus wordt verwijderd)
inzet van elektronische hulpmiddelen voor bewaking waar patient zich bevindt
In het ziekenhuis gaat het meestal om het gebruik van bedhekken, een onrustband (band
om de taille) of een tentbed. Meestal wordt in combinatie met vrijheidsbeperkende
interventies ook rustgevende medicatie toegediend. Bij kleine kinderen gaat het veelal
om fixatie van bijv handen ter voorkoming van het uittrekken van bijvoorbeeld een
maagsonde. Voor het toepassen
ervan in ziekenhuizen door verpleegkundigen heeft de Verpleegkundigen & Verzorgenden
Nederland (V&VN) een richtlijn gepubliceerd. De Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (Wet BOPZ) beschermt de
rechten van cliënten die niet vrijwillig zijn opgenomen in de geestelijke gezondheidszorg,
de gehandicaptenzorg en in de psychogeriatrie. De wet is uitsluitend van toepassing
in BOPZ-aangemerkte instellingen en geldt ook voor sommige (gesloten) afdelingen in
het verpleeghuis. Voor de registratie van de maatregelen wordt binnen de GGZ instellingen
gebruik gemaakt van een landelijk registratiesysteem, de Argusregistratie. Voor het toepassen van vrijheidsbeperkende interventies moet altijd toestemming gevraagd
worden aan patiënt of zijn wettelijke vertegenwoordiger. Het risicogedrag van de betrokkene, dat de aanleiding vormt voor de maatregelen, wordt
niet in dit concept beschreven.
Purpose
Het toepassen van
vrijheidsbeperkende interventies is risicovol en kan schade voor de patiënt opleveren
indien niet zorgvuldig toegepast. Verpleegkundigen vervullen een belangrijke rol bij
het signaleren van risico's, het observeren van het effect van de interventies en
eventuele bijstelling van het beleid t.a.v. vrijheidsbeperkende interventies. Het
vastleggen van alle gegevens omtrent de interventie is van groot belang voor inzicht
in besluitvorming, toepassing en controle en evaluatie van de interventie. Bij overdracht
naar een volgende instelling kunnen vooraf de juiste voorbereidingen worden getroffen
voor het veilig continueren van de zorg en het beperken van de risico’s voor patiënt
en zijn omgeving.
Example Instances
Instructions
Binnen de GGZ wordt gebruik gemaakt van een landelijk registratiesysteem bij het
inzetten van vrijheidsbeperkende interventies, nl. Argusregistratie. In deze context
moeten de codelijsten ArgusInterventieCodelijst en ArgusInstemmingCodelijst gebruikt
worden. In de overige gevallen dienen de codelijsten SoortInterventieCodelijst en
ToestemmingCodelijst gebruikt te worden.
De juridische situatie die voor de patiënt van toepassing is gedurende de interventie.
De codering van de juridische status is gebaseerd op de Vektis/AZR codelijst COD232-VEKT
Juridische Status.
Terminologiekoppeling
Dit concept wordt uitgedrukt door code "303186005" (Legal status of patient) uit codesysteem 2.16.840.1.113883.6.96SNOMED CT
De door de patiënt of wettelijke vertegenwoordiger aan de zorgverlener(s) gegeven
toestemming voor het uitvoeren van de vrijheidsbeperkende interventie.
Terminologiekoppeling
Dit concept wordt uitgedrukt door code "309370004" (Consent status) uit codesysteem 2.16.840.1.113883.6.96SNOMED CT